Evaluatiegesprek
Ik was vorige week maandagmiddag op bezoek bij mijn moeder, die nu een kleine maand woonachtig is in een verzorgingshuis voor licht dementerende bewoners. Deze middag was er een eerste evaluatiegesprek, tevens kennismakingsgesprek ingepland. De huisarts, de apotheker en de vaste begeleidster waren hierbij aanwezig.
Na een paar weken in het verzorgingshuis woonachtig te zijn is mijn moeder tevreden met haar nieuwe onderkomen en heeft ze het erg naar haar zin. Ook het contact met de andere bewoners is goed. Gezellig.
Ondanks dat ze vergeetachtig is, is ze niet onnozel. Zo weet mijn moeder dat het verzorgingstehuis haar laatste station is. Zoals ze dat beeldend aan ons kan melden. Ze zegt zich er wel bij neer te leggen en laat de dingen gebeuren zoals ze komen.
‘Uiteindelijk went alles,’ zegt ze me wanneer we in afwachting zijn van de huisarts, de apotheker en de begeleidster. Ik vind het heel verdrietig wanneer je beginnend dementerend bent en je er bewust van bent dat je de dingen begint te vergeten. Wanneer ik mijn moeder spreek vraagt ze iedere keer om een bevestiging betreffende het overlijden van mijn oudste zus, dat een paar maanden geleden is gebeurd.
‘Gré is er toch niet meer?’ vraagt ze dan. Ik wil niet verzachtend of ontkennend antwoorden en leg haar uit dat haar oudste dochter alweer een enige tijd geleden is overleden. ‘Ach, wat is dat toch snel gegaan,’ zucht ze dan. ‘Inderdaad,’ antwoord ik en vertel haar grenzeloos voor de zoveelste keer dat we het allemaal heel verdrietig vinden. Mijn moeder weet het dus wel. Ze vergeet het gewoon af en toe.
Het evaluatiegesprek verloopt vlot. De nodige dingen, zoals de te gebruiken medicijnen en eventuele klachten, worden besproken, en vragen worden gesteld en beantwoord. Mijn moeder zit er een beetje terughoudend bij. Af toe grapt ze komische opmerkingen. Op haar achtentachtigste leeftijd heeft ze soms toch nog de lachers op haar hand. Maar alle aandacht voor haar vindt ze helemaal niet nodig. Aan haar lijf geen polonaise. Wanneer de bezoekers met elkaar in gesprek zijn over pillen, recepten of alarmeringen zoekt ze oogcontact met mijn zus of met mij en knipoogt ze even. Het is niet dat ze het wonen in een verzorgingshuis niet serieus neemt, ze houdt niet van poeha en blabla. Mijn moeder doet graag haar eigen ding. Zolang dat mogelijk is.