De Canadese winkelketen Hudson's Bay moet voor dit jaar nog 1,3 miljoen euro aan huur betalen voor het pand in Almere Stad. Dat heeft de Amsterdamse rechtbank bepaald.

Hudson’s Bay opende vanaf 2017 vijftien grote filialen in Nederland, waaronder een in Almere. Omdat de panden vaak ingrijpend verbouwd moesten worden voordat de Canadezen erin trokken, kregen verhuurders de garantie dat Hudson’s Bay er minimaal tien jaar in zou blijven zitten. In de huurgarantie was ook opgenomen dat als Hudson’s Bay eerder uit de panden zou vertrekken, moederbedrijf HBC de huur zou blijven betalen tot er een andere huurder voor het pand gevonden zou worden. 

Erg lang overleefde het bedrijf niet in Nederland: de warenhuizen trokken te weinig klanten en Hudson’s Bay werd op 31 december 2019 officieel failliet verklaard. HBC zat toen alleen nog met die huurgaranties. Volgens het concern zijn die vervallen, omdat de Nederlandse verhuurders zich niet aan de mededingingsregels zouden hebben gehouden. Ze zouden onderling geheime afspraken gemaakt hebben, om de concurrentie buitenspel te zetten. Kartelvorming dus. 

De rechter in Amsterdam oordeelt dat die geheime afspraken vooralsnog niet bewezen zijn en dat het daarom geen reden is om de huurgarantie te laten vervallen. Andere rechter oordeelde in april hetzelfde 

En dus is Hudson’s Bay nog 1,3 miljoen euro schuldig aan verhuurder Unibail Rodamco voor het pand in Almere. Dat komt nog bovenop de 3,8 miljoen euro die het bedrijf moet betalen voor achterstallige huur tot en met december 2019. Daarover deed een rechter in april uitspraak, maar HBC is daartegen in beroep gegaan. Die zaak loopt nog.