Drie natuurverenigingen menen dat het afschieten van 1830 edelherten in de Oostvaardersplassen de vogelstand in het gebied ernstig verstoort. Om die reden moet de rechter de vergunning voor het schieten afwijzen. Dat bepleitten de verenigingen donderdag in de rechtbank in Lelystad.

De Faunabescherming denkt dat de zeearend uit het gebied zal verdwijnen en dat het schieten in het algemeen voor chaos zal zorgen in het natuurgebied. "Honderden edelherten stuiven alle kanten op als geschoten wordt. Dit wordt van een natuurgebied een veredeld veeteeltbedrijf", zegt Harm Niesen van de Faunabescherming.

Provincie Flevoland zegt zelf dat het verwachte negatieve effect verwaarloosbaar klein is. Die conclusie baseert de provincie op meerdere rapporten. Het aanpakken van de grote grazers in het gebied duldt geen uitstel, zei de advocaat van de provincie. "Er is al zo veel maatschappelijke onrust geweest."

Massale sterfte voorkomen

Het afschieten is volgens de provincie Flevoland hard nodig om opnieuw massale sterfte van de dieren in de winter te voorkomen. Afgelopen winter bezweek zo'n 60 procent van de populatie. Gedeputeerde Staten van Flevoland verleenden aan Staatsbosbeheer de opdracht om de edelherten te schieten. De rechter bepaalde onlangs al dat die opdracht terecht is verleend.

Totdat de rechter een uitspraak heeft gedaan over de vergunning, zal er volgens de provincie geen hert in de Oostvaardersplassen worden afgeschoten. Het oordeel volgt binnen nu en twee weken. 

Ernstig bedreigd

Tijdens de zitting sprak ook de grondlegger van de Oostvaardersplassen; Frans Vera. Hij vertelde dat hij en zijn gezin ernstig zijn bedreigd. Dat gebeurde toen commissie Van Geel een advies over de toekomst van het natuurgebied had uitgebracht. Vera werd geadviseerd om zich even op de achtergrond te houden. De bedreigingen waren zo ernstig, dat hij zich niet meer durfde uit te spreken over de kwestie. "Ik kon niet anders", aldus Vera.