Kamervragen over bedreigen van journalisten
Tweede Kamerleden Thierry Aartsen en Helma Lodders van de VVD vinden het onacceptabel dat journalisten die worden bedreigd tijdens hun werk daarvan geen aangifte kunnen doen. Ze hebben minister Arie Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media schriftelijk om opheldering gevraagd.
Aanleiding voor de Kamervragen zijn de ongeregeldheden op Urk van 11 maart, waarbij een verslaggever van Omroep Flevoland het werken onmogelijk werd gemaakt. Zijn apparatuur werd uit de camera-auto gehaald en er werd een rookbom in de wagen gegooid. Tientallen Urker jongeren maakten hem duidelijk dat hij het dorp moest verlaten. Ook werd er knalvuurwerk naar hem toegegooid. De politie zei daarna geen aangifte te kunnen opnemen omdat 'bedreiging' te moeilijk te bewijzen zou zijn.
'Persvrijheid groot goed'
Volgens Kamerlid Thierry Aartsen van de VVD is dat de wereld op zijn kop: "Persvrijheid is een groot goed. Het van de zotte dat de politie geen aangifte wil opnemen van bedreiging van journalisten omdat ze de dader toch niet kunnen pakken".
Volgens Kamerlid Aartsen wordt het voor journalisten steeds moeilijker om hun werk te doen: "We zien in heel het land dat journalisten steeds vaker te maken krijgen met verbale en fysieke bedreigingen. Dat is sowieso niet acceptabel maar als dat gebeurt moeten journalisten, net als ieder ander, daar wel aangifte van kunnen doen".
Meldpunt voor bedreigingen
Aartsen wil van de minister weten wat hij tegen deze ontwikkeling kan doen. Het Kamerlid pleit voor een apart meldpunt om zo de omvang van de bedreigingen in kaart te brengen. "Het gevaarlijkste in onze vrije samenleving is dat een journalist niet meer durft te berichten over een onderwerp of over een locatie omdat hij vreest voor zijn veiligheid. Dan zijn we echt verkeerd bezig".
PvdA-Kamerleden Kirsten van den Hul en Attje Kuiken hebben al eerder deze maand soortgelijke vragen gesteld aan minister Slob en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Zij hebben de vragen nog niet beantwoord.