De Betlembrug, een brug in de A9 waar veel Flevolanders dagelijks overheen rijden richting Amsterdam, moet gerepareerd worden. Het bouwwerk over het Amsterdam-Rijnkanaal maakt onderdeel uit van de verbreding van de snelweg en is opengegaan in 2016.

Het blijkt dat de bodem onder één van de brugpijlers slap is, waardoor de brug zich langzaam verplaatst. Dat meldt minister Cora van Nieuwenhuizen aan de Tweede Kamer.

Er is sprake van "onverwachte en unieke vervorming van de bodem," zo geeft de minister aan. Benadrukt wordt dat de brug nog steeds voldoet aan de wettelijke veiligheidseisen en dan ook gebruikt kan blijven worden door het verkeer. De veiligheidssituatie op de brug wordt inmiddels wel continu gemonitord.

Stevigheid kan afnemen

Doordat de brug zich langzaam verplaatst wordt de de aansluiting (voegovergang) tussen de brug en de weg dichtgedrukt. Bewegingen als gevolg van temperatuurwisselingen kunnen daardoor op termijn niet meer voldoende worden opgevangen. Dat kan ertoe leiden dat de stevigheid van de constructie afneemt.

1,5 jaar herstel

Het herstel van de brug gaat zo'n 1,5 jaar duren. Dat heeft volgens het ministerie niet alleen te maken met het verkrijgen van vergunningen, maar vooral ook met zorgvuldigheid. Zo worden werkzaamheden gemonitord en geanalyseerd voordat vervolgwerkzaamheden plaatsvinden. De meeste werkzaamheden worden onder de brug uitgevoerd, waardoor hinder op de A9 beperkt zal zijn.

De kosten komen voor rekening van de bouwbedrijven die de Betlembrug hebben aangelegd. Zij hebben een onderhoudsverplichting tot 2042.