Minimum zzp-tarief loopt te ver vooruit op commissie Borstlap

Geschreven door Redactie

Het minimum zzp-tarief waar minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maandag mee naar buiten is gekomen, loopt volgens VNO-NCW en MKB-Nederland te ver vooruit op de einduitkomsten van de commissie Borstlap. Die kijkt veel breder naar de arbeidsmarkt.

Het is volgens de ondernemingsorganisaties voorbarig om nu dit soort maatregelen te nemen voorafgaand aan de bredere discussies over het gehele arbeidsbestel. ‘Daar moet je veel fundamenteler naar moet kijken dan nu gebeurt met dit tarief en bijvoorbeeld onlangs met de Wet arbeidsmarkt in balans.’ 

Uurtarief  

Daarnaast liggen er allerlei praktische bezwaren op de loer. Zo miskent het werken met minimumtarieven het feit dat met tarieven een positie in de markt kan worden ‘veroverd’. Ook zegt een uurtarief voor een bepaalde klus nog niets over het jaarinkomen dat een zelfstandige kan verwerven, en werken veel zzp’ers als zelfstandige naast hun reguliere baan of hebben ze een partner met een andere baan.

Andere prijsstelling  

Lang niet alle zzp’ers werken ook op basis van een uurtarief. Veel zzp’ers werken bijvoorbeeld (ook) op basis van andere prijsstellingen, zoals een aanneemsom. ‘Terugrekenen naar een uurtarief is dan een onhaalbare zaak, en levert veel administratieve rompslomp en handhavingsproblemen op’, aldus de ondernemingsorganisaties.

Vast aantrekkelijker  

‘Minimumtarieven voor zzp’ers zonder iets te doen aan de hoge kosten en risico’s van arbeidscontracten is slecht voor de werkgelegenheid’, zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland. ‘Dat is wat prioriteit zou moeten hebben in de bredere analyse die nu plaatsvindt. We kijken veel naar zelfstandigen en tijdelijk werk, maar vergeten het vaste werk aantrekkelijker te maken. Zo ben je snel bezig met symptoombestrijding als je niet oplet. Wacht eerst het werk van de commissie Borstlap af voor we weer allerlei goedbedoelde maatregelen nemen die verkeerd uitpakken, zoals destijds met de wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie, red.).’

Onze Ambassadeurs