Column Hans Bosklopper
Waar vroeger nogal minachtend naar Almere werd gekeken vanwege haar sobere wijken, is nu de beurt aan Almere om de neus op te halen. Als grootste stijgende fine-fleur onder de steden mogen we trots zijn op het architectonisch bolwerk dat wij Almere noemen.
Waar ik in mijn vorige column nog sprak over het feit dat wij Almeerders het onmogelijke mogelijk weten te maken, gaan we nu weer een stap verder. Daar waar Almere in het begin bestond uit saaie vinex wijken, creëren wij nu wijken zoals Duin, Nobelhorst en Oosterwoldt. Wijken die functioneren als paradepaardjes van Almere als het gaat om architectuur en duurzaamheid. Wijken waar wij als bewoners laten zien dat interculturaliteit juist een deugd is en onze samenleving verrijkt. Het is dan ook niet voor niets dat Almere is gestegen van 19 naar een nummer 6 notering!
Steeds meer niet-Almeerders willen deel uitmaken van deze mooie ontwikkeling. Waar de lage prijs van onze huizen eerder één van de grootste beweegredenen was om in Almere te komen wonen, is dit nu slechts een mooie bonus. Vandaag de dag kom je in Almere wonen omdat hét hier gebeurt.
Wat is er dan zoal te doen in Almere? Genoeg! Als wij alleen al kijken naar de ontwikkeling op het gebied van kunst & cultuur, dan zien we positieve verschillen met andere steden. Almere is al een architectonisch kunstwerk op zich, maar los daarvan valt er genoeg te zien, te horen en vooral veel te beleven. Van kunst met de kleine k naar die met een grote K. Ons Almere heeft het allemaal.
Ons onzekere lelijke eendje is dan ook opgegroeid tot een prachtige zwaan.