"Het is te druk", maar we doen er zelf aan mee
Het pretpark is te vol, de winkelstraat te druk en de hoeveelheid badgasten op het strand belachelijk: sinds de invoering van de anderhalvemeterregel klaagt de Nederlander steen en been. Maar opmerkelijk is dat sommige mensen zelf deel uitmaken van die drukte waar ze zich zo aan storen.
Afgelopen weekend klaagden mensen in de Efteling volop over de drukte in het pretpark. Zo zei een bezoeker dat hij de situatie onverantwoord vond. "Ik wilde maar één ding: rechtsomkeert maken en terug naar huis." Om ruzie met zijn dochter te voorkomen deed hij dat toch maar niet.
Ook rinkelden er vrijdag veel digitale alarmbellen over de drukke stranden. Zanger Dinand Woesthoff noemde de situatie in Scheveningen 'erg bizar'. In een filmpje liet hij beelden zien van een overvol strand, waar hij zelf overigens ook te vinden was.
De enige begrenzing is dat de wegen naar Scheveningen worden afgezet, want het is daar sinds vanmorgen gekkenhuis. Ik heb nog nooit zoiets gezien. En ik woon hier al twintig jaar", aldus Woesthoff.
Volgens sociaal psycholoog Jan-Willem van Prooijen zijn er verschillende factoren die dit gedrag verklaren. "Ten eerste kunnen we ons gedrag naar onszelf toe heel goed rechtvaardigen. Van jezelf zie je immers ook alle momenten waarop je je wél aan de anderhalvemeterregel houdt", zegt hij,
We zijn er daarentegen van overtuigd dat de ander zich maar weinig van de maatregelen aantrekt. "Mensen onderschatten de mate waarin anderen social distancing belangrijk vinden. We denken dat zij minder sociaal betrokken zijn dan wijzelf."
Bovendien hebben we vaak te maken met sociale dilemma's, legt Van Prooijen uit. "We moeten vaak de keuze maken tussen korte termijn eigenbelang – bijvoorbeeld: ik wil naar het strand – versus lange termijn algemeen belang – in dit geval: voldoende afstand houden."