Kamerplant tips

Geschreven door Redactie

Nu de meeste tuinwinkels dicht zijn is het natuurlijk van belang dat onze kamerplanten de winter levend doorkomen!

In dit artikel zijn er tips te vinden over vier soorten planten! Dit zijn planten die het meest populair zijn en het makkelijkst te onderhouden, maar ook ‘moeilijke’ planten komen aan bod.

In principe zijn er geen ‘moeilijke’ planten: sommige planten willen gewoon wat meer aandacht dan anderen. In het algemeen gaat het in de winter vaak mis bij het geven van water en de locatie van de plant. Hieronder vier populaire planten.

Eerste plant: de Monstera

Deze wordt ook wel ‘de Gatenplant’ genoemd. Gatenplanten zijn één van de planten die veel aandacht vragen, maar niet té veel. Deze plant groeit erg snel—en uiteindelijk erg breed (buiten de wintermaanden om). Mocht het zo zijn dat hij van de zomer erg breed is gaan groeien, is het mogelijk een stok in het midden van de aarde te steken en de stengels te begeleiden zodat de plant wat dichter bij elkaar blijft. Wat betreft het water geven moet ze licht vochtig blijven, maar niet nat. In de winter hoeven ze maar om de 1,5 week of 2 weken water. De Monstera kan/moet op een redelijk donkere plek staan. Het is niet erg als de plant in de winter in de zon staat, omdat het licht dan te zwak is. Sterker nog: daardoor kan hij in de lente beter tegen de zon! Niet in de zomer: Dan verbrandt hij helaas. Pas wel op dat ook in de winter de plant niet continue in de zon staat, ook dan kunnen de bladeren alsnog verbanden.

Tweede plant: de Alocasia

Deze heet ook wel de Olifantsoor. Deze hoeven minder aandacht dan de Monstera, maar ook niet te weinig. De bladeren van deze plant kunnen erg groot worden. Daarom is het tijdens elk seizoen van belang dat de bladeren voldoende gesproeid en schoongemaakt worden, omdat er door het grote blad oppervlak veel stof op komt. Dit kan met behulp van een plantenspuit en een vochtige doek. In de winter hoeft dit uiteraard minder vaak dan in de zomer: Zo ongeveer 1 keer per week. De grond van deze planten kan droger staan dan andere planten. In de winter hoeft hij slechts om de 2 weken water. De Alocasia kan op een plek staan waar veel daglicht komt, maar geen zonlicht. Hij kan wel tegen de zon in de winter, omdat de zon dan zwak is.

Derde plant: de Pilea Peperomioides

Die staat bekend als het Pannenkoekplantje. Deze plantjes komen wat meer in de richting van vetplanten, maar let op: het zijn geen officiële vetplanten! In de jaren 70 waren deze planten super populair en nu nog steeds. Ze hoeven over het algemeen niet heel veel water. In de winter wil hij om de 2,5 tot 3 weken water. De Pannenkoekplant kan op een locatie staan waar het vrij licht is, voor het raam bijvoorbeeld, zolang er maar niet lang zonlicht op komt. Ook in de winter kan hij wel tegen het zonnetje.

Vierde plant: de Strelitzia

Deze plant lijkt heel veel op de bananenplant, alleen is hij wèl makkelijk te verzorgen. Ondanks dat het geen vetplant of cactus is, kan deze plant heel goed tegen zonlicht en tegen weinig water. Hierom is de plant super populair. Ook van deze plant worden de bladeren erg groot, daarom is het zeer belangrijk dat de bladeren gesproeid en schoongemaakt worden. In de winter kan deze plant vaak tot een maand zonder water! Wow! Verder is het over het algemeen belangrijk dat de plant “rust” in de winter. Anders gezegd: Er hoeft niet heel veel aan gedaan te worden, omdat planten niet groeien in de winter. Overpotten hoeft dus niet, maar het kan wel (het is aan te raden pas in het voorjaar over te potten). Ook voeding geven hoeft pas in maart.

Hoe weet je nu wanneer een plant water moet? Hiervoor is een watermeter aan te raden. Dat is een kastje dat in de grond kan en meteen aangeeft hoe droog of nat de plant staat. Verder kun je het zelf voelen door je vinger in de grond te doen. Als niet alleen de bovenkant van de aarde, maar ook binnen bij de kluit de grond korrelig en droog is, dan moet hij water.

Hopelijk zijn deze tips nuttig en wie weet volgen er meer binnenkort! Veel planten verzorgplezier! :D








Onze Ambassadeurs