Beelden politievlogger leiden tot vrijspraak in drugszaak

Geschreven door Redactie

Een 34-jarige man uit Almere is vrijgesproken van het bezitten en vervoeren van zes kilo harddrugs. De rechtbank oordeelt dat het bewijs in de zaak niet gebruikt mag worden, omdat de politie cruciale vormfouten maakte tijdens het onderzoek.

Camerabeelden van politievlogger Jan-Willem komen niet overeen met wat de politie in het proces-verbaal heeft gezet.

Op 17 juni vorig jaar zetten agenten op de A6 bij Almere een auto aan de kant van de weg. In het proces-verbaal van de politie staat dat de bestuurder werd gecontroleerd, omdat hij een telefoon in zijn hand had. Een agent vroeg naar zijn rijbewijs en later naar een ander legitimatiebewijs. Omdat de bestuurder niets bij zich had, gaf hij zijn persoonlijke gegevens.

Zijn auto werd vervolgens doorzocht, om zo zijn identiteit vast te kunnen stellen. In het proces-verbaal is te lezen dat de man zei dat dat prima was. Een agent opende het dashboardkastje en keek daarna in een tas die naar eigen zeggen open was. Hij zag drie pakken met 'iets wits'. De agent vertelde de man eerst dat hij geen antwoord hoefde te geven op vragen en vroeg daarna wat er in de tas zat. De bestuurder zei dat er in de tassen Surinaams bakmeel zat. Agenten doorzochten daarna ook de rest van de auto.

Nadat de man was opgepakt, op verdenking van het in bezit hebben en vervoeren van een grote hoeveelheden drugs, bleek dat er een filmpje is van zijn staandehouding. De beelden zijn gemaakt door politievlogger Jan-Willem en zijn op YouTube geplaatst. In het proces-verbaal staat niets over dit filmpje. Op de zitting constateerde de rechtbank dat het proces-verbaal op een aantal cruciale punten niet overeenkomt met de camerabeelden.

De rechtbank concludeert dat er vormfouten zijn gemaakt. Het openen en doorzoeken van het dashboardkastje en het openvouwen en kijken in de plastic tas was niet nodig om achter de identiteit van de man te komen. Bovendien gebeurde het zonder toestemming. Daarnaast was er geen duidelijke reden om de rest van de auto te doorzoeken.

Het onderzoek is volgens de rechtbank daarom in strijd met het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Dit betekent dat alle in de auto aangetroffen stoffen en voorwerpen niet als bewijs gebruikt mogen worden. De rechtbank is het met de officier van justitie eens dat de man daarom vrijgesproken moet worden.







Onze Ambassadeurs