Steeds meer jonge jagers in Nederland
Er zijn steeds meer jagers tussen de 18 en 35 jaar in Nederland. Dit blijkt uit cijfers van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. Het is dus bepaald nog geen uitgestorven beroep.
Jagers hebben normen en waarden die ze ook tijdens het jagen in praktijk brengen. Eén daarvan is respect hebben voor het dier dat is afgeschoten. "Als je een dier hebt geschoten, behandel je het daarna met respect. Een jager zal nooit een dode gans over een hek gooien omdat hij daar zelf overheen moet klimmen bijvoorbeeld", stelt een jonge jager.
Jagers weten veel van de natuur en helpen ook bij natuurbehoud door bijvoorbeeld populaties te tellen om zo een goed beeld te krijgen van de dieren in Nederland. Overpopulatie kan gevaarlijke gevolgen hebben voor de rest van de flora en fauna, waardoor jacht echt nodig is.
Het vlees dat een jager schiet eet hij meestal zelf op en daarvoor gebruikt hij ongeveer 70 procent van het geschoten dier. De overige 40 procent gaat terug naar de natuur, zodat b.v. een vos de resten kan opeten.