OM eist weer hogere celstraf voor bizarre brand
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep tien jaar cel geëist tegen een vrouw uit Almere voor een poging om haar man en woning in brand te steken. De rechtbank veroordeelde haar in 2018 tot acht jaar. Twee jaar minder dan het OM had geëist.
Het OM is ervan overtuigd dat de 54-jarige Almeerse in de nacht van 2 op 3 december 2017 de slaapkamer van de villa in brand heeft gestoken. Haar inmiddels ex-man lag daarin te slapen. De vrouw had ontdekt dat hij een affaire had. Ze zou volgens het OM de deur van de slaapkamer hebben dichtgedaan nadat ze de klink aan de binnenkant had verwijderd. Ook zou ze rookmelders onschadelijk hebben gemaakt en sleutels van ramen en de balkondeur hebben verstopt.
De man wist de sleutel van de balkondeur te vinden en kon via die weg ontsnappen. Hij heeft verklaard dat de vrouw vervolgens de inhoud van een jerrycan met benzine over hem heeft gegoten en een gasbrander bij hem hield. De man liep een brandwond op.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Het hoger beroep werd vrijdag behandeld in het gerechtshof in Leeuwarden. Het OM liet weten een celstraf van vijftien jaar passend te vinden voor een poging tot moord, brandstichting en een poging tot zware mishandeling. Maar het OM houdt er rekening mee dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar is en verlaagde daarom de eis naar tien jaar.
Bij de vrouw zijn een posttraumatische stressstoornis, een depressie en signalen van borderline vastgesteld. Maar ook dan kan iemand met voorbedachte rade handelen, stelt het OM. De vrouw zou in de weken voorafgaand op internet hebben gezocht naar onder meer 'erven na moord' en 'wanneer is je diepste slaap'.
Gehandeld in een opwelling
De vrouw beweert in een opwelling te hebben gehandeld. Ze had het overspel pas die nacht ontdekt, maar het OM vermoedt al weken eerder. De Almeerse had WhatsApp-berichtjes op zijn telefoon gelezen "en toen ging ik door 't lint." De vrouw zei tegen het hof alleen het bed in brand te hebben willen steken. De jerrycans benzine had ze een dag ervoor gekocht, voor de buurman die met een machine hun gras maait. Uit de rookmelders had ze de batterijen gehaald om ze de volgende dag weer met nieuwe op te gaan hangen.
"Ik heb spijt van wat er is gebeurd en begrijp dat ik straf moet krijgen. Die zal ik ook uitzitten. Maar het is niet gebeurd zoals hij zegt." De vrouw vindt het jammer dat het hof in de aanloop naar de zaak een verzoek tot een reconstructie afwees. Haar ex zou bewust leugenachtige verklaringen hebben afgelegd. Ook zou het sporenonderzoek van de politie tekort zijn geschoten.
Haar advocaat vroeg om een celstraf die gelijk is aan de tijd die zij nu in voorarrest heeft gezeten: anderhalf jaar. De vrouw wil ook psychisch worden behandeld. De man eist een materiële en immateriële schadevergoeding van in totaal 175.000 euro.
Het hof doet op vrijdag 9 augustus uitspraak.