Dode vissen Oostvaardersplassen worden niet opgeruimd
Het is niet mogelijk om de honderden dode vissen in de Oostvaardersplassen op te ruimen. Dat laat de provincie weten. De dieren liggen op moeilijk bereikbare plekken en ruimen kan er bovendien voor zorgen dat de resten zich verspreiden door het water. Dat is slecht voor de waterkwaliteit. Een woordvoerder van de provincie laat ook weten dat de vissterfte niet ongewoon is. Het is volgens hem ook geen uniek Flevolands fenomeen.
Op zaterdag meldden passanten dat in de Oostvaardersplassen honderden dode vissen dreven en bij het gebied de geur van rotte vis hing. De meeste dode vissen drijven in de Grote Plas langs de Oostvaardersdijk.
De dieren zijn gestorven door de hitte, in combinatie met zuurstoftekort in het water van het moerasgebied. Het zuurstoftekort wordt veroorzaakt door algen die 's nachts de zuurstof uit het water halen, zo laat de woordvoerder weten. Zondag zei oud-beheerder Nico Dijkshoorn van de Oostvaardersplassen ook al dat de dieren door zuurstofgebrek dood zijn gegaan.
Waterpeil verlaagd en verhoogd
Om te voorkomen dat de vissen dood zouden gaan, is vorige week water binnengelaten vanuit het Markermeer. "Maar we zijn ingehaald door de extreme weersomstandigheden van afgelopen week", zegt de woordvoerder van de provincie. Eind vorig jaar is het waterpeil juist verlaagd.
De provincie kan niet zeggen of die verlaging iets te maken heeft met de vissensterfte. Het water wordt voor een periode van 3 tot 4 jaar met zo'n 80 centimeter verlaagd. Deze zogeheten moeras-reset moet ervoor zorgen dat bepaalde vogelsoorten terugkeren naar het natuurgebied.
Volgens de woordvoerder zullen de vissen binnen een week of twee weg zijn doordat ze zijn opgegeten of vergaan.