Almere City FC is onderdeel geworden van een select gezelschap partners van het Johan Cruyff Institute door het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van educatie. 

Johan Cruyff Institute en professioneel voetbalclub Almere City FC hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend om elkaar op academisch vlak te versterken. De overeenkomst biedt speciale voordelen voor de medewerkers, spelers en coaches van de Almeerse voetbalclub, die interessante kortingen ontvangen tot 20% op de academische programma’s op het gebied van sportmanagement, sportmarketing en -sponsoring, football business en coaching aangeboden door Johan Cruyff Institute, met als doel om de ontwikkeling van hun professionele loopbaan te bevorderen. 

Daarnaast biedt de overeenkomst nog andere voordelen voor de voetbalclub en de studenten en alumni van het Johan Cruyff Institute, zoals deelname aan speciale studiecasussen, gastlezingen, stageplaatsen en de organisatie van gezamenlijke educatieve activiteiten. 

Almere City FC, waarvan het eerste elftal uitkomt in de Keuken Kampioen Divisie, is de enige professionele voetbalclub in de provincie Flevoland en de jongste betaald voetbalclub van Nederland. De club omarmt technologische ontwikkelingen en onderscheidende strategieën om hen te onderscheiden als vooruitstrevende club. Ze pakken de rol van early-adopter door proactief te reageren op ontwikkelingen en innovaties bij andere sporten. Hiermee wordt de club een proeftuin voor het betaald voetbal en levert zo een positieve en belangrijke bijdrage aan hun voetbal. 

Algemeen directeur van Almere City FC John Bes is verheugd met de samenwerking: “Voor een jonge en leergierige club als Almere City FC is een partnership met het Johan Cruyff Institute van grote waarde. Niet alleen de club, maar daarmee ook de spelers en medewerkers willen zich iedere dag verbeteren. Wij vinden het belangrijk dat iedereen zich continue blijft ontwikkelen, zowel binnen als buiten de lijnen. Met dit partnership kunnen we deze ambitie perfect faciliteren.”