Column: Nieuwscafé
Het regent buiten en ik zit deze middag aan een tafeltje in het Nieuwscafé van de Nieuwe Bibliotheek aan het Stadhuisplein. Ik heb een paar leuke boeken gevonden om straks te lenen en ik geniet nu even van mijn ultieme bibliotheekgevoel. Tussen de boeken en een kop koffie, zwart, te dampen op het tafeltje voor mij.
Ik kijk op van een oud tijdschrift en zie dat de regen die buiten druilerig tegen de ramen slaat. Het is stil in het Nieuwscafé. Ik zit er tezamen met de medewerkster van het café en een aantrekkelijk verzorgde jongedame, die een paar tafeltjes verderop zit. De medewerkster loopt even naar achteren en de andere jongedame is heel druk met haar smartphone. De opgestoken krulletjes bewegen mee in het ritme van haar duimen wanneer ze iets op het schermpje intypt.
In de verte zie ik een blonde, slungelachtige jongen richting het Nieuwscafé lopen. Ik kijk even op en doe verder alsof ik een artikel in het tijdschrift enorme interessant vind. Vanuit een ooghoek zie ik hem richting de jongedame lopen. Hij draagt een zwart-wit, moderne broek die de laatste tijd helemaal in is. Het is een trainingsbroek, maar dan eentje die vanaf de knie tot aan de enkels op een legging lijkt. Vroeger zou ik zo’n broek vast ook heel tof hebben gevonden, maar ik ben nu vijftigplus jaar oud en mijn smaak past zich daar toch automatisch op aan. Ik vind het een belachelijk en onooglijk model. Gelukkig word ik niet verplicht het model te dragen en die gedachte maakt me gelukkig.
De blonde slungel stapt op de dame af, staat even stil bij haar tafeltje. Met zijn armen over elkaar spreekt hij haar -tot mijn verbazing, aan met een zeer melodieus Surinaams accent.
‘Hey ams... Fawaka?’
De jongedame kijkt verrast op van haar mobiele scherm en heel even is ze in de war. Ze hoorde toch duidelijk het bekende accent van thuis en familie en nu ziet ze daar een lange, bleke slungel bij haar tafeltje staan. Snel corrigeert ze haar verbazing.
‘Fawaka?’ vraagt ze verbaasd. ‘Wat voor boeroe ben je dat je zo praat? Ik weet niet wie je denkt dat je bent, maar ik wil niets met je te maken hebben. Ga get man!’
De slungel deinst terug en de jongedame kijkt hem doordringend aan. De blonde lange knul druipt af en gaat er snel vandoor. Hij kijkt nog een keer om en verdwijnt verderop via de roltrap naar een etage hoger. De jongedame neemt een slok van haar koffie en ik hoor een overduidelijke tjoerie. Het is duidelijk, deze jongedame laat zeker niet met zich sollen.
Ik kijk om me heen in het café. Het is er weer stil. De medewerkster van het Nieuwscafé is terug op haar werkplek, druk met haar werkzaamheden en de jongedame aan het tafeltje verderop is weer druk met haar smartphone. Ik denk dat ze nu aan het appen is over wat haar zojuist is overkomen. Ik kijk naar buiten en zie dat het inmiddels harder is gaan regenen.