De Partij voor de Dieren in Almere wil dat de gemeente stopt met het massaal kappen van bomen in de stad.

Volgens de partij is er sprake van kaalslag, en die is niet goed voor mens en dier. Fractielid Jesse Luijendijk stelde daar vragen over aan het stadsbestuur.

De PvdD wilde vorig jaar samen met de PVV en SP invloed uitoefenen op het kapseizoen van dit jaar. Dit is alleen niet mogelijk omdat het college van burgemeester en wethouders de evaluatie van de bomenkap nog niet klaar heeft liggen, stelt de Partij voor de Dieren. Het rapport had eigenlijk al voor het zomerreces van vorig jaar af moeten zijn.

Luijendijk's partij maakt zich vooral zorgen dat de bomenkap te snel gaat, in plaats van in fases. Hierdoor worden insecten en dieren in rap tempo 'dakloos'. Als de bomen in delen gekapt en vervangen worden, ontstaan minder tijdelijke leegtes. De partij wil graag weten op welke plekken dit jaar bomen tegen de vlakte gaan in Almere. Ze ziet graag dat de kap uitgesteld wordt totdat het rapport over de kap klaarligt en er geëvalueerd kan worden.

De gemeente Almere heeft in 2017 besloten om een deel van de bomen in de gemeente te kappen. Het beleid staat beschreven in het zogeheten Bomenkader. Het kappen heeft onder meer te maken met de leeftijd van de bomen en de schimmelziekte essentaksterfte. Bomen die tegen de vlakte gaan, worden vaak vervangen voor nieuwe exemplaren. Enkele ander speerpunten uit 

Het stadsbestuur moet aan de PvdD vertellen waarom soms kleinere bomen worden teruggeplaatst dan eerder beloofd aan bewoners. Als voorbeeld worden de bomen aan het Johnsonpad in Almere Buiten genoemd. Voor de gekapte bomen op die locatie heeft de gemeente in een bewonersbrief geschreven dat daar bomen van vijf tot zeven meter voor in de plaats zouden komen. De bomen die zijn teruggeplaatst reiken tot maximaal vier meter. De PvdD wil weten of het college de belofte voor grote bomen alsnog gaat nakomen.