Meer stage voor PABO-studenten Almere
Veel meer stage en veel meer contact tussen scholen en de PABO.
Op die manier wil Windesheim in Almere de interesse blijvend vasthouden van PABO-studenten. Na de zomer beginnen 180 studenten, onder wie ongeveer twintig jongens.
Dat zegt het hoofd van de pedagogische opleiding voor het basisonderwijs Helprich ten Heuw van Windesheim dit weekend in "Het Gesprek". De PABO moet een belangrijke bijdrage leveren aan het lerarentekort, waarvoor Almere voor de zomer zes miljoen euro kreeg van minister Arie Slob van Onderwijs. Ten Heuw van Windesheim wil ook meer contact tussen de basisscholen en docenten van de hogeschool.
Onderscheid tussen onderbouw en groepen 5 tm 8
Verder gaat de PABO in Almere onderscheid maken in meesters en juffen voor de jongste kinderen (onderbouw van de basisschool, groepen 1 tot en met 4) en de oudere kinderen (onderbouw, groepen 5 tot en met 8). Zo hoopt de hogeschool meer jongens naar de opleiding te trekken, als ze zich niet met kleuters hoeven te bemoeien. De extra aandacht voor de onderbouw begint na de zomer; in het studiejaar 2021/2022 komt er een aparte afdeling voor de bovenbouw. Windesheim in Zwolle loopt op Almere voor, meldde de Stentor eerder. Nu is ongeveer één op de tien studenten op de PABO een man.
Eerlijk verhaal vertellen
Ten Heuw wil de nieuwe studenten het eerlijke verhaal vertellen over de samenstelling van de klassen in Almere. "Het wordt niet makkelijk; we zetten volop in om les te geven in de stad. Met soms pittige ouders. Het is anders dan in een dorp."
Uit het noodplan (pdf) dat Almere naar de minister stuurde, blijkt dat veel Almeerse schoolkinderen 'zwaarder wegen dan gemiddeld'. Dat heeft niets te maken met hun gewicht op de weegschaal, maar met hoe zwaar ze tellen voor de financiering van de basisschool. Als een kind ouders heeft met HBO of hoger en bovendien geen taalachterstand heeft, dan telt zo'n leerling voor 1. 'Zwaardere' leerlingen kampen bijvoorbeeld met een taalachterstand of hebben ouders met een lagere opleiding. Zelfs kinderen van wie de ouders een MBO-opleiding hebben gehad, tellen zwaarder dan 1. In Almere zitten de klassen vol met kinderen wier ouders middelbaar beroepsonderwijs hebben genoten, aldus het noodplan.
Verder zal de PABO in Almere de studenten wijzen op het lerarentekort in het speciaal onderwijs. Daar is een lerarentekort van twintig procent; in het basisonderwijs is dat dertien procent, volgens het noodplan. "Het speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs willen we goed voor het voetlicht brengen", zegt Ten Heuw, "dat begint al op de open dagen". Zelf heeft-ie negen jaar gewerkt in het speciaal onderwijs.