Provincie heeft nog jaar nodig voor beleid datacentra
De provincie denkt nog tot eind volgend jaar nodig te hebben om beleid op te stellen voor de bouw van datacentra.
Tot die tijd wordt de ontwikkeling van de grote gebouwen voor de opslag van computerdata getoetst aan bestaande regels. Dat bleek woensdagmiddag tijdens een commissievergadering van Provinciale Staten.
Flevoland is in beeld als geschikte locatie voor datacentra. In de Randstad is hiervoor geen plek meer, terwijl Flevoland juist vlakbij ligt. Dit voorjaar kondigde een niet nader bekendgemaakt bedrijf aan dat het in Zeewolde een datacentrum wil bouwen. Ook in Lelystad staat een centrum gepland bij Flevokust. In Almere en Dronten zijn al kleinere datacentra. In Noordoostpolder liggen er kansen voor datacentra van verschillende formaten.
Na kritische berichten over de bouw van datacentra zonder vergunningen in Noord-Holland zijn Provinciale Staten op hun hoede voor wat Flevoland te wachten staat. Zij willen voorwaarden kunnen stellen aan de bouwers. Bijvoorbeeld over het terug leveren van restwarmte uit de computerruimtes voor de verwarming van woonwijken. Maar ook over het afnemen en opwekken van duurzame energie, bijvoorbeeld door zonnepanelen op daken beschikbaar te stellen.
Het verplichten van zonnepanelen blijkt niet mogelijk, zo stellen de provincie en de Dutch Data Association. Daken van datacentra staan vaak al vol met apparatuur. Bovendien willen verzekeraars of de brandweer vaak niet dat er dan ook nog zonnepanelen op het pand komen.
De provincie wil 2021 benutten om strategie en beleid voor datacentra uit te werken. In de tussentijd worden projecten getoetst aan bestaande regels en bestemmingsplannen. Wel is er een stuurgroep opgezet, waarin de provincies Flevoland en Gelderland en de gemeenten Zeewolde en Harderwijk met de initiatiefnemers van het datacentrum Zeewolde overleggen over het gebruik van restwarmte.