Het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen dat in Flevoland verstrekt wordt, is vorig jaar gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Landelijk nam het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen vorig jaar juist toe. 

Tijdens de economische recessie die volgde op de kredietcrisis, steeg het aantal bijstandsontvangers in heel Nederland, tot ruim 30 per duizend inwoners in 2017. De daaropvolgende jaren daalde het gemiddelde aantal mensen in de bijstand steeds. In 2020 was er voor het eerst weer een stijging te zien. Gemiddeld kregen vorig jaar 28 op de duizend Nederlanders een bijstandsuitkering. 

Het CBS heeft het gemiddeld aantal mensen met een bijstandsuitkering sinds 2009 op een rijtje gezet. Daarbij werd telkens gekeken naar de cijfers van eind juni. Net als de rest van Nederland, daalde in Flevoland het gemiddeld aantal bijstandsontvangers sinds 2017. Flevoland is de enige provincie waar deze daling ook vorig jaar doorzette. Alleen in Zeewolde steeg het gemiddeld aantal mensen in de bijstand: van 13,5 per duizend inwoners in 2019, naar 13,8 vorig jaar. 

In Almere kregen vorig jaar 30,4 van de duizend inwoners een bijstandsuitkering, tegenover 30,8 het jaar daarvoor. Vorig jaar zaten gemiddeld 17,9 van de duizend Drontenaren in de bijstand, Het jaar ervoor waren dat er nog 18,4. Van de duizend inwoners van Noordoostpolder, kregen er 21 vorig jaar een bijstandsuitkering. Het jaar ervoor waren dat er 21,4. 

Binnen Flevoland kregen in Lelystad gemiddeld de meeste inwoners bijstand. Maar ook daar daalde het aantal ontvangers, van 32,3 per duizend Lelystedelingen in 2019, naar 32 vorig jaar. Urk heeft gemiddeld het laagste aantal bijstandsontvangers: daar kregen vorig jaar 7 mensen per duizend inwoners bijstand. Het jaar daarvoor waren dat er nog 7,5.