Column Vivo Somnis: Twee stilzwijgende monniken

Deze maand wil ik jullie meenemen op reis met twee stilzwijgende monniken.

Tijdens hun reis kwamen ze bij een rustige rivier. De stroom was niet breed en ook niet diep. Ze stonden net op het punt om naar de overkant te waden, toen een mooie, jonge vrouw naar hen toekwam.

‘O, lieve monniken’, zei ze ‘het water is zo koud en de stroming zo snel. Zou één van jullie mij niet naar de andere oever willen dragen?

De jonge monnik aarzelde om de vrouw te helpen, ze hadden een eed gezworen om geen lichamelijk contact met vrouwen te onderhouden. Daarom draaide hij zich om, deed net of ze niet bestond en liep de rivier in. Maar de oude monnik knikte vriendelijk, liet de jonge vrouw op zijn rug klimmen en droeg haar zo naar de andere oever. De vrouw liet zich van de rug van de oude monnik glijden en bedankte hem.

In stilte gingen de monniken verder. De oudste monnik stapte rustig door en genoot van het schitterende landschap. Maar de jonge monnik was van binnen woedend. Hij vond dat zijn metgezel verkeerd had gedaan door de jonge vrouw te helpen. In zijn hoofd was hij aan het razen en tieren tegen de oude monnik, terwijl ze over de heuvels en de velden liepen. Toen de avond viel en zij terug in het klooster kwamen mocht er weer gesproken worden. De jonge monnik begon tegen de oude monnik te schreeuwen, dat hij de vrouw niet had mogen aanraken en niet over de rivier had mogen dragen. Zo boos werd hij, dat zijn gezicht rood aanliep.

‘O, jee’, zei de oude monnik. ‘Ja, het is waar, ik heb die vrouw over de rivier gedragen, maar ik heb haar uren geleden al van mijn rug laten glijden. Jij draagt haar in gedachten nog steeds bij je!







Onze Ambassadeurs