Ontwikkeling onbenut arbeidspotentieel
Onbenut arbeidspotentieel bestaat voor een derde uit jongeren.
In het tweede kwartaal van 2021 behoorden één miljoen mensen van 15 tot 75 jaar tot het onbenut arbeidspotentieel. Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en deeltijders die meer uren willen werken. Werklozen hebben geen betaald werk, hebben recent naar werk gezocht en zijn hiervoor direct beschikbaar. In het tweede kwartaal van 2021 waren dat er 306 duizend. Semiwerklozen hebben geen betaald werk en hebben niet recent gezocht naar werk, of zijn niet direct beschikbaar. De werklozen en semiwerklozen vormen samen het onbenut arbeidspotentieel zonder werk. De deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, vormen het onbenut arbeidspotentieel met werk.
Dit aantal is de afgelopen jaren flink gedaald, ondanks een tijdelijke stijging tijdens het begin van de coronacrisis in het tweede kwartaal van 2020. Een derde van het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit jongeren van 15 tot 25 jaar. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers uit de Enquête beroepsbevolking.