Op de eerste dag van de strafzaak over zijn vermeende rol bij de moord op Eneco-monteur Ali Motamed in december 2015, hield verdachte Naoufal 'Noffel' F. zijn kaken voornamelijk op elkaar.

Het 'zwijgrecht' klonk dinsdag veelvuldig in de gerechtsbunker in Osdorp.

Justitie ziet de 38-jarige F. als de man die de feitelijke moordenaars Anouar A. en Moreo M. aanstuurde. Beide Amsterdammers kregen vorige maand respectievelijk 20 en 25 jaar gevangenisstraf voor de liquidatie. In het vonnis sprak de rechtbank in Lelystad van "een volstrekt gewetenloze moord". 

Doorslaggevend in hun strafzaak was de koppeling die de opsporingsdiensten wisten te maken tussen telecom- en verkeersgegevens. Ook in de zaak tegen F. spelen gekraakte PGP-telefoons (pretty good privacy) en heimelijk gemaakte geluidsopnames een belangrijke rol, veelal gelinkt aan bijnamen die op de toestellen van anderen aan hem zouden zijn toebedeeld: 'buik', 'vieze' en 'groot hoofd'. 

Die bijnamen zeiden F. niets, hield hij dinsdag vol op de spaarzame momenten dat hij inging op vragen. Maar als het ging om de schutters of andere betrokkenen, klonk steevast het 'zwijgrecht'. 

De moord op de geboren Iraniër Motamed (56) op 15 december 2015 in Almere was tot vorig jaar een raadsel. Toen bleek dat hij in werkelijkheid vermoedelijk Mohammad Reza Kolahi Samadi was, voor het plegen van een bomaanslag op het hoofdkantoor van de Republikeinse Partij begin jaren 80 in eigen land ter dood veroordeeld. Bij de aanslag vielen tientallen doden, onder wie kopstukken van het Iraanse regime. 

Het vermoeden dat de mogelijke politieke achtergrond van Motamed een rol heeft gespeeld bij zijn moord, is nooit bevestigd. Weliswaar heeft de AIVD sterke aanwijzingen dat Iran de hand in de liquidatie had, strafrechtelijk is dat niet vastgesteld. 

Naoufal F., die in 2018 tot achttien jaar cel werd veroordeeld voor het aansturen van een andere moordpoging, hoort donderdag de strafeis.