De jaarlijkse bijdrage van het Rijk aan de gemeente Almere gaat met zo'n 9 miljoen euro omlaag. Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders in een brief aan de gemeenteraad na het bestuderen van de zogeheten Meicirculaire.

In die Meicirculaire staat hoeveel geld de gemeenten van de Rijksoverheid krijgen. Tussen Den Haag en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is afgesproken dat de gemeenten meer geld van het Rijk krijgen wanneer de Rijksoverheid meer geld uitgeeft. Daarentegen krijgen de gemeenten minder geld uit het gemeentefonds als het Rijk minder geld uitgeeft.

Nu blijkt dat het Rijk vorig jaar 2 miljard euro minder heeft uitgegeven en dat voor de jaren 2019 tot en met 2022 ook lagere uitgaven worden verwacht. Dat betekent dat alle gemeenten in Nederland minder geld krijgen. Zo liet wethouder John van den Heuvel vorige week weten dat de gemeente Lelystad verwacht zeker twee miljoen euro minder te krijgen.

Komt dit onverwacht?

Burgemeester en wethouders van Almere waarschuwden vorige week al dat de gemeente minder geld zou krijgen vanuit het gemeentefonds, maar om welk bedrag het zou gaan was toen nog niet duidelijk. Hoe het college omgaat met de ontstane situatie is nog niet duidelijk. Het college vraagt vier weken de tijd om met voorstellen te komen over de begroting voor de komende jaren.

Wat zijn de gevolgen?

Eind april heeft het college van b en w de zogeheten Perspectiefnota gepresenteerd. Daarin staat in grote lijnen wat het college van plan is voor de komende jaren. Zo was het college voornemens om extra geld te investeren in het onderwijs en wegen. Of die plannen nog doorgaan is de vraag. Donderdag staat in de gemeenteraad een debat over de Perspectiefnota gepland. Het college vraagt om deze inhoudelijke discussie uit te stellen.

Hoe de Meicirculaire voor de overige Flevolandse gemeenten uitpakt wordt later deze week bekend.