Meer mazelengevallen, GGD adviseert vervroegd inenten
De mazelen op Urk zijn bezig aan een opmars. De GGD heeft signalen dat er meer gevallen zijn dan de elf die vorige week zijn geconstateerd. In plaats van een 'cluster' van mensen met de ziekte, spreekt de GGD nu van een lokale uitbraak.
De ziekte heeft zich verspreid onder kinderen die niet zijn gevaccineerd op Urk, meldt de GGD. Exacte aantallen zijn niet beschikbaar omdat niet alle ouders met een ziek kind zich melden bij de huisarts. De vaccinatiegraad van mazelen ligt op Urk net boven de 61 procent, waardoor de ziekte zich erg makkelijk kan verspreiden.
Kinderen eerder inenten
De GGD en het RIVM adviseren ouders van ongevaccineerde kinderen op Urk en in Tollebeek nu vervroegd te vaccineren. Alle kinderen van 6 tot 14 maanden die nog geen BMR-vaccinatie hebben gehad, kunnen die elke werkdag van 14.00 tot 15.00 uur krijgen bij het consultatiebureau van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Voor Tollebeek is het consultatiebureau in Emmeloord open op dinsdag, woensdag en donderdag.
Waarom vervroegd vaccineren?
Kinderen tussen 6 en 14 maanden zijn niet beschermd tegen mazelen. Dat is geen probleem als er geen gevallen van mazelen zijn. Dat is op Urk nu wel het geval. Jonge baby’s hebben een grotere kans op complicaties van mazelen, zoals longontsteking en hersenontsteking.
Vaccinatiegraad zorgelijk
De Commissie kinderopvang en vaccinatie noemt de vaccinatiegraad in Nederland zorgwekkend. Volgens de commissie kunnen ouders er nu te makkelijk voor kiezen om hun kinderen niet te laten vaccineren. De inentingsgraad is op diverse plaatsen in het land te laag om nog algemene bescherming te bieden, zoals bij de lokale uitbraak van mazelen op Urk.
Voor een goede beschermngsgraad moet 95 procent van de bevolking zijn ingeënt. Landelijk is het nu 90,2 procent, en op Urk is maar 61 procent van de kinderen ingeënt tegen de bof, de mazelen en rodehond.
Vaccinatieplicht als tij niet keert
De commissie pleit er voor dat als de vaccinatiegraad nog verder daalt, kinderen die niet zijn ingeënt niet meer toe te laten tot de kinderopvang. Ouders die weigeren, zouden verplicht moeten worden om met een deskundige te praten. Als dat niet leidt tot een hogere inentingsgraad, moet de overheid een wettelijke algemene vaccinatieplicht invoeren. Dat is nu nog niet nodig.
Volgens de commissie is de vaccinatiegraad onder meer laag door ouders die uit geloofsovertuiging of een antroposofische levensovertuiging denken dat inenten niet nodig is. Ook zijn ouders bezorgd over mogelijke bijwerkingen. Verder speelt het succes van de inentingscampagnes mee; ouders denken dat vaccineren niet nodig is omdat de ziektes weinig voorkomen.