Ander boetebeleid energielabel woningen
Vanaf 3 juli 2019 verandert het boetebeleid bij het energielabel voor woningen. De boetebedragen gaan omlaag. Tegelijkertijd krijgen woningverkopers direct een boete als het energielabel ontbreekt. Voorheen was dat een voorwaardelijke geldstraf.
Door een uitspraak van de de Raad van State op 17 oktober 2018 moest het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het boetebeleid aanpassen. Met ingang van 3 juli 2019 is deze aanpassing van kracht.
Verplichting
Verkopers van woningen moeten bij een transactie een geldig energielabel beschikbaar stellen aan de koper. Ontbreekt het label, dan kan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een ‘last onder dwangsom’ opleggen. Dit is een voorwaardelijke boete die vervalt als de woningeigenaar het energielabel alsnog registreert.
Het voorwaardelijke karakter van deze sanctie verdwijnt. De ILT legt voortaan een bestuurlijke boete op. Hierbij krijgt de verkoper géén mogelijkheid meer om de overtreding achteraf te herstellen.
De rechter bepaalde eerder dat er géén last onder dwangsom opgelegd mag worden als de woning eenmaal is verkocht. Dit omdat de verplichting geldt op het moment van verkoop. Wanneer dat moment voorbij is, kan de verkoper de overtreding niet meer herstellen. Een last onder dwangsom is dan onuitvoerbaar.
Hoogte boete
De hoogte van de boetes verandert ook. Als het label ontbreekt, kan de ILT voortaan een boete geven van € 170,- aan particulieren en € 340,- aan organisaties. Dit was € 405,- voor iedereen. De reden voor de verlaging is dat de boete voortaan direct wordt opgelegd. Momenteel heeft ruim 90% van de verkopers een energielabel beschikbaar bij de verkoop van de woning.