De eigenaren van een woning aan de Pereboomweg in het Almeerse Parkwijk zijn naar de rechter gestapt om hun huurder uit de eengezinswoning te krijgen. Het pand werd tegen hun zin onderverhuurd en er waren signalen van overlast. Voor de kortgedingrechter in Lelystad kwam het alsnog tot een vergelijk: de huurder zegde toe per 1 februari 2020 te vertrekken, en hij krijgt dan nog geld mee van de verhuurders ook.

De Almeerder huurde al tien jaar van de woningbezitters. Negen jaar geleden waren er problemen, in verband met een webshop in lingerie die de bewoner er hield. Volgens de raadsman van de huurder dachten criminelen dat er geld te halen viel en daarom was het onrustig bij de woning. 

'Geen controle meer' 

Later kwamen er nieuwe overlastmeldingen van omwonenden, maar tijdens de rechtszaak werd niet duidelijk waaruit de overlast dan precies zou bestaan. Wel werd het de eigenaren duidelijk dat het er een in- en uitloop was van verschillende kamerbewoners: de bewoner verhuurde kamers onder. Zelf zou de man nauwelijks aanwezig zijn, dus niet de feitelijke hoofdbewoner zijn. Verder zou er sprake zijn van opgeslagen brandstoftanks in de tuin. De eigenaren zijn het zat dat ze niet meer de controle hebben over wie er allemaal in hun woning zijn.

Op de zitting zei de huurder dat hij wel degelijk hoofdbewoner is, maar ook vaak bij zijn vriendin of vrienden logeerde. Volgens hem is onderhuur daarom wel toegestaan en wisten de eigenaren daar al langere tijd van, zonder op te treden. Het kwam voor hem als een volslagen verrassing dat de ontruimingsdagvaarding op de mat viel. De eigenaren zeggen dat ze eerder al met de man hadden afgesproken dat de huur zou worden beëindigd, maar dat er vervolgens niets gebeurde.

Beide partijen hebben tijdens de rechtszitting op voorspraak van de rechter besloten tot een compromis, om verdere rechtszaken te voorkomen.