Provincies vellen oordeel over busvervoer Keolis
Mag ov-bedrijf Keolis naast de stadsdienst in Almere ook in Lelystad en de rest van Flevoland het busvervoer gaan uitvoeren? Op die vraag komt dinsdag een antwoord. De provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland hakken dan namelijk een knoop door.
Keolis won in september vorig jaar de aanbesteding voor het busvervoer in de drie provincies, maar kwam vervolgens in opspraak. Mogelijk zijn er verboden afspraken gemaakt met Chinese leveranciers van bussen. Dat kan ervoor zorgen, dat Keolis de opdracht ter waarde van 900 miljoen kwijtraakt. De aanbesteding van het busvervoer moet dan opnieuw gedaan worden.
Het busvervoer in Nederland is opgedeeld in verschillende regio's. Per gebied bepaalt het gemeente- of provinciebestuur welk bedrijf dit mag doen. Zo verzorgt Keolis op dit moment het busvervoer in Almere, doet Arriva dat in Lelystad en is Connexxion verantwoordelijk voor de rest van Flevoland.
Eens in de ongeveer tien jaar wordt het vervoer opnieuw aanbesteed. Verschillende bedrijven kunnen dan een plan indienen en uiteindelijk wordt er dan een keuze gemaakt. Zo'n aanbesteding kan tot gevolg hebben dat het busbedrijf dat in een gebied rijdt wisselt. Zo reden er in Almere tot eind 2017 bussen van Connexxion, daarna werden dat die van Keolis.
Het is nu aan de provinciebesturen van Overijssel, Gelderland en Flevoland om te bepalen of de aanbesteding van het busvervoer overeind blijft. De vraag die op tafel ligt kan worden samengevat als: zijn de misstappen erg genoeg om de aanbesteding af te pakken? Dat zou vooral problematisch zijn voor Overijssel en Gelderland, omdat de concessie daar al in december ingaat.
Ook als de provinciebesturen besluiten de deal met Keolis overeind te houden, betekent dat nog niet dat de controverse voorbij is. Er dreigen nog schadeclaims van bedrijven die het busvervoer óók wilden gaan doen, maar die Keolis er met de buit vandoor zagen gaan.