Tegen een 66-jarige Almeerder is woensdag drie jaar cel geëist. Hij wordt ervan verdacht zijn vrouw en zwager te hebben neergestoken. Dat gebeurde op 18 mei vorig jaar in het huis waar de drie samenwoonden. Volgens de verdachte leefden ze al jaren in onenigheid met elkaar. "Er was altijd ruzie."

De slechte verstandhouding kwam die dag in mei tot een bloederig hoogtepunt. De verdachte zegt dat hij toen vanuit het niets met een mes werd aangevallen door zijn zwager, maar die zegt juist dat het andersom was. De vrouw van de verdachte steunt het verhaal van haar broer. Ook zij zegt dat haar man begon door een mes in de buik van zijn zwager te steken.

Er volgde een geweldsexplosie, waarbij alle huisgenoten flink gewond raakten. De zwager liep twee forse snijwonden op in zijn arm, een steekwond in zijn buik en snijwonden in hals, borst, knie en gezicht. Toen de politie aankwam in het huis, lag de man op de grond met een gapend gat in zijn buik. Hij moest met spoed worden geopereerd en had een paar maanden nodig om te herstellen.

De vrouw des huizes had verspreid over haar hele lichaam blauwe plekken en ook snijwonden in haar gezicht, armen en been. Dat zou zijn gebeurd toen ze tussenbeide kwam in de hoop het geweld te sussen. De verdachte zelf raakte vier voortanden kwijt in de strijd, had ook letsel aan zijn ogen en een gezwollen buik. Hij zegt dat hij bang was voor zijn zwager, omdat die altijd ruzie met hem zocht en een stuk groter is dan hij. Geweld werd bij de vele ruzies niet altijd geschuwd. "Ik zat daarom eigenlijk altijd op mijn slaapkamer, ook tijdens het eten." Maar zijn vrouw en haar broer zeggen dat juist de Almeerder vaak ruzie zocht met zijn zwager. Hij zou altijd boos op hem zijn geweest en op 18 mei moest hij plots voor zijn leven vechten. De verdachte zou ook hebben geroepen dat hij hem zou doodmaken.

De officier van justitie acht bewezen dat de 66-jarige heeft geprobeerd zijn zwager van het leven te beroven. Zijn verwondingen hadden volgens hem net zo goed dodelijk kunnen zijn. De vrouw zou hij hebben mishandeld. Het Openbaar Ministerie eiste daarom 40 maanden cel, waarvan tien voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.