Nieuwe gevarieerde beplanting langs Schollevaarweg
Provincie Flevoland en Staatsbosbeheer planten samen laatste boom in verjongde laan
Staatsbosbeheer is sinds oktober 2020 aan de slag geweest met het vervangen van zieke essen langs de Schollevaarweg in Zuidelijk Flevoland. Er is een nieuwe, meer afwisselende beplanting met verschillende boom- en struiksoorten aangebracht. Gedeputeerde Harold Hofstra van Provincie Flevoland en hoofd Staatsbosbeheer Flevoland Wout Neutel plantten maandag samen de laatste boom van deze bijzondere beplanting, die mede dankzij Europese- en POP3-subsidie, verstrekt door Provincie Flevoland, kon worden gerealiseerd (50% EU, 50% Provincie).
Waarom nieuwe aanplant?
Een groot deel van de essen in de Flevolandse bossen en landschappelijke beplantingen is aangetast door de dodelijke essentaksterfte, zo ook de essen in het poldercarré. Aan de ziekte is helaas niets te doen en het overgrote deel van de aangetaste essen overleeft een aantasting niet. Wat Staatsbosbeheer als beheerder wel kan doen, is, ervoor zorgen dat de landschappelijke - en de natuurfunctie van deze lanen niet verloren gaat. Daarom zijn eerst de zwaar aangetaste essen verwijderd en meteen vervangen door verschillende andere boomsoorten: beuk, fladderiep, wintereik, winterlinde, tamme kastanje, zoete kers en haagbeuk. Zo kunnen de nieuw te planten bomen nog profiteren van de beschutting die de resterende, minder aangetaste bomen bieden. In totaal zijn er 265 nieuwe bomen geplant en bijna 7000 struiken.
Poldercarré
De Schollevaarweg is onderdeel van het poldercarré, een rechthoekige vorm van laanbeplantingen langs wegen. Deze markante rechthoek wordt gevormd door beplanting langs de Schollevaarweg, de Tureluurweg, de Kievitsweg, de Ibisweg, de Ooievaarsweg en de Lepelaarweg en wordt doorsneden door de Vogelweg. Het poldercarré bepaalt voor een groot deel het landschappelijke beeld van Zuidelijk Flevoland en omsluit het grote open midden van deze polder. Het poldercarré bepaalt de identiteit van het landschap en de leefomgeving. Vanuit het Programma Landschap van de Toekomst is het van provinciaal belang dat de hoofdstructuren herkenbaar zijn en blijven. Niet alle lanen in Flevoland worden overigens door Staatsbosbeheer beheerd. Beplantingen van andere beheerders, verspreid over het poldercarré, vallen buiten het verjongingsproject.
Klaar voor toekomst
Door verschillende soorten bomen en ook struiken te planten ontstaat een duurzame laan die minder kwetsbaar is voor ziektes, storm en gevolgen van klimaatverandering. Ook de ecologische waarde wordt verhoogd, dit is goed voor de biodiversiteit. Kortom, de beplanting is klaar voor de toekomst. Bij de struiken zijn inheemse soorten, veelal vruchtdragende struiken gebruikt waaronder hazelaar, hondsroos, rimpelroos, rode kornoelje, gewone vogelkers, sleedoorn, krentenboompje, aalbes, zwarte bes, trosvlier, Gelderse roos en wegedoorn.
Vleermuizen
Lanen zijn voor veel dieren, zoals vleermuizen, belangrijke oriëntatiepunten in het open landschap. Om te lange onderbrekingen van de beplanting te voorkomen zijn sommige niet vitale bomen (die eigenlijk verwijderd zouden moeten worden) alleen ontdaan van hun takken zodat er toch oriëntatiepunten blijven voor de vleermuizen.
Samenwerking
De nieuwe beplanting is mede mogelijk gemaakt door een POP3 subsidie waarvan de ene helft door de EU en de andere helft door de provincie wordt bijgedragen. Gedeputeerde Harold Hofstra: “Door de goede samenwerking tussen de provincie en Staatsbosbeheer zorgen we er samen voor dat het unieke landschap op het Flevolandse platteland intact blijft, de biodiversiteit wordt versterkt én toekomstbestendig wordt.” Wout Neutel: ”we hebben tijdig op de aantasting door de essentaksterfte gereageerd door van de nood een deugd te maken.”