Growing Green Cities met duurzame bouwoplossingen

Geschreven door Redactie

Deze zomer hebben we het allemaal gemerkt: steden zijn kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering. Er is wateroverlast na flinke regenbuien en het is er heter dan buiten de stad, ook ’s nachts. Langdurige en terugkerende droogte brengt op den duur schade toe aan de fundering van huizen, aan de waterkwaliteit, de planten en bomen en de gezondheid van bewoners. Tegelijkertijd staan veel gemeentes voor grote bouwopgaven, variërend van renovatie tot nieuwbouw en herinrichting. De bouwsector op zijn beurt staat op de drempel van een ingrijpende transitie, om klimaatverandering tegen te gaan door in alle fasen van een project het gebruik van fossiele energiebronnen terug te dringen of zelfs te stoppen.

Duurzame transitie

Nederland zet in op een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Hierdoor zullen bouwbedrijven genoodzaakt zijn om anders te gaan werken, circulair te ontwikkelen en te bouwen. Deze transitie is niet alleen de verantwoordelijkheid van bouwend Nederland; ruimtelijke aanpassingen aan klimaatverandering ligt op het bordje van veel partijen: overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers.

Concrete oplossingen bij Floriade

Circulair bouwen betekent het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bouwen op een wijze die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier.

Veel partijen in de bouwsector werken hier al volop aan. Bij Floriade Expo 2022 laat een aantal van hen concrete oplossingen zien, die op grotere schaal en direct toepasbaar zijn. Hieronder een selectie van deze inzendingen.

Drempels wegnemen voor een groene tuin (Kavel 13, Tuinbranche Nederland)

De boodschap van Tuinbranche Nederland is duidelijk: de tuin kan de plek zijn om biodiversiteit te bevorderen en water- en hittestress aan te pakken. Met enkele simpele ingrepen kunnen mensen hun eigen stukje Nederland groener en duurzamer maken. Brenda Horstra, adjunct-directeur van Tuinbranche Nederland: ‘Met 60 miljoen bezoeken per jaar kunnen en willen tuincentra een belangrijke rol spelen bij het vergroenen van stad en land. In 2020 hebben we het Groene Klimaatplein ontworpen, dat bezoekers van tuincentra helpt bij het maken van een keuze voor een klimaat- en diervriendelijke tuin.’ Als voorbeeld noemt ze het aanleggen van een groen dak op het fietsenschuurtje, het kiezen voor planten die nuttig zijn voor bijen en vogels, het plaatsen van een regenton en het aantal tegels in de tuin terugbrengen. Op de kavel is het Groene Klimaatplein vertaald naar het Klimaat-maatje. Een figuurtje dat helpt met tips, adviezen en inspirerende voorbeelden om zelf aan de slag te gaan. Horstra: ‘Hiermee willen we op een laagdrempelige en positieve manier het bewustzijn van mensen vergroten dat er écht iets met het klimaat aan de hand is en dat ze daar heel gemakkelijk zelf iets aan kunnen doen.’

Menselijke metropool van de toekomst (Kavel 106, The Voice of Urban Nature)

‘Growing Green Cities is een groot thema, met grote opgaven. In ons paviljoen The Voice of Urban Nature willen we mensen aansporen om op een andere manier naar de natuur in de stad te kijken. En bewustwording is een eerste stap naar verandering.’ Dagmar Keim, projectmanager van de afdeling stedenbouw en duurzaamheid bij de gemeente Amsterdam licht de gezamenlijke inzending van Amsterdam en Almere toe. ‘De metropoolregio Amsterdam, waar ook Almere deel van uitmaakt, wil zich verder ontwikkelen tot een gebied waar niet alleen plaats is voor mensen, maar ook voor planten en dieren, voor alle levende wezens.’

Dit vraagt om het vergroenen van de steden op meerdere en andere manieren. De buitenruimte bij het paviljoen bestaat uit zes stadstuinen waarin biodiversiteit en stadsnatuur centraal staan. Hier zijn verhalen te beluisteren van Amsterdammers en Almeerders. Zij vertellen over hun bijzondere relatie met de stadsnatuur. Het paviljoen zelf is een voorbeeld van duurzame bouw. Het bestaat uit 100% biobased bouwmaterialen: hout en kalkhennep. Deze grondstoffen zijn zo lokaal mogelijk gewonnen. De wanden zijn gemaakt van kalkhennep van in Almere gekweekte vezelhennep. De houtstructuur bestaat uit regionaal hout van bomen die geoogst zijn bij het onderhoud van natuurgebieden en uit tweedehands hout van regionale sloopprojecten. Keim: ‘We laten met The Voice of Urban Nature zien hoe de “menselijke metropool” van de toekomst eruit kan zien.’

Materialen van vandaag, morgen en overmorgen (Kavel 83 - The Exploded View Beyond Building)

‘The Exploded View Beyond Building’ is een bijzondere tentoonstelling over de toepassing van natuurlijke en circulaire materialen in de vorm van een huis. Deze materialen zijn volop beschikbaar maar worden nog maar nauwelijks toegepast. Denk bijvoorbeeld aan materialen uit voeding, planten, schimmels en bacteriën, (riool)water en afval. ‘In dit huis laten we zien hoe bijna 100 van dit soort natuurlijke materialen gebruikt kunnen worden’, aldus Jopie de Zeeuw (Biobased Creations). ‘Floriade geeft ons de gelegenheid de materialen over een langere tijd te testen. Het geeft niet als een materiaal nog in ontwikkeling is, ook dat willen we laten zien.’ The Exploded View Beyond Building is een experiment, dat het gesprek wil aanwakkeren met burgers en met de bouwsector. ‘Het huis heeft materialen die deels nu al toepasbaar zijn, deels bijna zijn maar nog moeten worden opgeschaald en deels experimentele. Die laatste noemen we de materialen van overmorgen.’ De Zeeuw ziet op de korte termijn vooral mogelijkheden voor biobased materialen bij grootschaliger renovaties. ‘Bouwers kloppen aan bij partners die verbonden zijn aan het huis als zij renovatieprojecten willen starten.’ Welke materialen uiteindelijk het meest geschikt zijn voor grotere projecten hangt ook af van de beschikbaarheid van de grondstoffen. ‘De productieketen, die begint bij de teelt, is dus essentieel.’

De schoonheid van biobased materialen (Kavel 89 - Mycelium Parc)

Op het Mycelium Parc staan twee bouwwerken, The Growing Pavilion en Living Shelter. Eerstgenoemde is opgebouwd uit vijf biobased grondstoffen: schimmels (mycelium), rijststro, aardappel, lisdodde en reststromen uit de landbouwsector. Mycelium zijn de wortels van de paddenstoel die zich onder de grond als netwerken verspreiden. Als het wordt gemengd met een gewas met sterke natuurlijke vezels (bijv. lisdodde en rijsstro) ontstaat binnen een paar weken tijd een stevig, licht, brandvertragend en waterafstotend bouwmateriaal. Voor The Growing Pavilion is dit toegepast voor de gevelpanelen. The Living Shelter is gebouwd en vormgegeven met mycelium en laat zien welke architectonische mogelijkheden er zijn om biobased te bouwen.

Het verhaal van The Growing Pavilion begint in 2019, toen het te zien was tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Het paviljoen is naast een bouwwerk dus ook een kunstwerk, een installatie. Dat laat onverlet dat de gebruikte materialen nu al prima toepasbaar zijn in de bouw. Jopie de Zeeuw (Biobased Creations): ‘Het paviljoen laat de schoonheid zien van biobased materialen. Tegelijkertijd staat het voor de mogelijkheden, al dan niet in de toekomst. We werken met veel verschillende partners en kunnen geïnteresseerde bouwers een netwerk bieden en de beschikbare kennis met hen delen.’

Zelfvoorzienend wonen (Kavel 62, EcoDemoHuis)

Op kavel 62 staat een modelwoning met bijzondere eigenschappen. De woning levert meer energie dan de bewoners verbruiken, de bouw- en installatiematerialen zijn duurzaam en hebben geen tot weinig onderhoud nodig. Het hergebruik van geventileerde lucht en de warmte/koude via bodemopslag levert een comfortabel binnenklimaat op. Het EcoDemoHuis heeft een prefab-casco van cortenstalen platen en geïsoleerde (dak)vloer en wanden, die de productietijd op de bouwplaats flink terugbrengen. Het heeft hoogwaardige gevel- en dak(vloer)isolatie, triple beglazing en 21 zonnepanelen op het dak. De stroom die deze zonnepanelen opwekken kunnen bewoners inzetten voor het eigen energieverbruik. De laadpaal voor elektrische fiets, scooter of auto zorgt ervoor dat er nauwelijks overtollige energie hoeft te worden teruggeleverd aan het openbaar net. Ook buitenshuis zet het concept in op zelfvoorzienend wonen. Rondom het huis ligt een royale tuin die ruimte biedt voor het telen van groente en fruit.

Inmiddels zijn er in Almere Oosterwold 112 van dergelijke energieneutrale woningen gebouwd. Dit is gedaan in de rechtsvorm van het begeleid CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) waarbij de bewoners in een bouwvereniging samen de opdrachtgever zijn. Het EcoDemoHuis staat model voor ecologisch, economisch en energiezuinig bouwen en wonen.

Groene stadswijk Hortus (kavel 128 – gemeente Almere)

Na afloop van de Expo wordt het Floriade-terrein doorontwikkeld tot de groene stadswijk Hortus, met ruimte voor 660 woningen. Deze doorontwikkeling luidt een vernieuwde visie in op stedelijke gebiedsontwikkeling, waarin het bestaande groen en diverse innovaties op het gebied van duurzaamheid leidend zijn bij de (her)ontwikkeling van een nieuw gebied. Ria van Dijk, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Almere: ‘De nieuwe benadering vraagt een andere houding van alle betrokken partijen, maar iedereen ziet het belang ervan in. De uitgangspunten zullen ook leidend worden voor andere gebiedsontwikkelingen in Almere, onder meer vanwege de waardevolle effecten op biodiversiteit.’

In de stadswijk Hortus komen op de huidige kavels woningen en andere wijkvoorzieningen te staan. De wegen, bruggen, straatverlichting en een aantal kunstwerken blijven en worden allemaal onderdeel van de nieuwe wijk. De gebouwen die er al staan, zoals de Aeres Hogeschool Almere, het Food Forum Paviljoen en de woontoren Flores, gaan ook deel uitmaken van Hortus. De groenstroken met de bomen van het, speciaal voor de Floriade ontworpen, arboretum blijven. Omdat alle wegen binnen de stadswijk grenzen aan die groenstroken, wordt Hortus een zeer groene stadswijk. Het stedenbouwkundig ontwerp gaat uit van een autovrije wijk met een randweg eromheen. Langzaam verkeer is wel in de hele wijk toegankelijk en met de nieuwe brug ben je in 10 minuten in hartje centrum met de fiets. Van Dijk: ‘Voor Almere, dat voor veel mensen toch nog steeds een autostad is, zal deze opzet de leefomgeving van de bewoners nog aangenamer, veiliger en gezonder maken.’

In de nieuwe wijk staan circulariteit en duurzaamheid centraal. De wegen zijn zo minimaal mogelijk verhard, waardoor deze klimaatadaptief zijn; het regenwater wordt in de bodem opgenomen en voorkomt wateroverlast. De verharding die er wel is bestaat uit circulair beton. De bruggen zijn eveneens uitgevoerd met circulaire en biobased materialen, meestal afkomstig van regionale ondernemingen. Dit geldt ook voor het straatmeubilair. Van Dijk: ‘Deze manier van werken is goed voor het milieu en bevordert de lokale, duurzame economische bedrijvigheid en onze les uit de aanleg van het terrein was dat het veel makkelijker is dan gedacht om de openbare ruimte helemaal circulair te maken. Als gemeente willen we dat circulair materiaalgebruik een belangrijk uitgangspunt wordt bij alle huidige en toekomstige gebiedsontwikkelingen van Almere.’

De wijk wordt van energie voorzien door het zogeheten Smart Thermal Grid netwerk. Dit is een collectieve, schone energievoorziening die warmte en koude uitwisselt tussen bedrijven woningen en winkels. Het netwerk doet geen beroep op restwarmte van de vuilverbranding en belast de bodem zo min mogelijk. De opslag vindt plaats in centrale putten in de bodem.

Een andere noviteit is de openbare verlichting in Hortus, die is aangesloten op gelijkspanning. Dit is een bestaande techniek, die duurzamer is dan wisselspanning, meer energie oplevert en minder kost. Dat het hier op grote schaal wordt toegepast voor de openbare verlichting gebeurt nog niet veel. Van Dijk: ‘We willen ermee ervaring opdoen voor de rest van de stad. Net als het Smart Thermal Grid netwerk is dit een belangrijke vernieuwing en het is jammer dat toekomstige bewoners moeten wachten totdat ook hun woning op gelijkstroom aangesloten kan worden.’

Een groene school met een consistent verhaal (kavel 98, Aeres Hogeschool Almere)

Slechts vier maanden na oplevering in september 2021 ontving het nieuwe gebouw van Aeres Hogeschool Almere de Circular Award Public 2022 voor de innovatieve en duurzame toepassingen van circulaire materialen die, volgens de jury, zorgen voor ‘een omgeving die gezond is en impact heeft op de prestaties van studenten’.

De school op het Floriadeterrein heeft als bijnaam de ‘Groene Long’, vanwege het vele groen in, aan, en op het gebouw. Zoals circulair beton voor het casco, oude planken van scheepshout voor het dakterras en houtcomposiet voor de gevel, dat bij eventuele sloop van het gebouw weer gerecycled kan worden. Al met al is zo’n 60% van de gebruikte materialen circulair, wat een besparing van meer dan 100 ton CO2-uitstoot heeft opgeleverd.

‘Als groene school willen we een toonbeeld zijn van een groen, gezond en duurzaam studeren, werken en leven. Consistentie in wat we doen en laten is dan belangrijk.’ Aan het woord is Wil Bekkering, directeur van Aeres Hogeschool Almere. ‘Met deze school is een groene, duurzame en gezonde leeromgeving gecreëerd voor onze studenten. We willen ons als school dan ook zo gedragen, practice what you preach. Zo stimuleren we het gebruik van openbaar vervoer van en naar de school en worden alleen vegetarische snacks en broodjes aangeboden in de kantine. De studenten pakken de boodschap op en reageren positief.’

Een voorbeeld van natuur inclusief bouwen (kavel 100, The Natural Pavilion)

The Natural Pavilion staat in het teken van urgente thema’s als de energie- en grondstoffentransitie, het terugdringen van het woningtekort, de bevordering van de biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het modulaire gebouw is voor 95% biobased en 100% circulair. De constructie bestaat uit een houten raamwerk van inheems Douglas hout, dat flexibel kan worden ingevuld. De biobased en hergebruikte materialen zijn onder meer CLT (Cross Laminated Timber) voor de vloeren, hergebruikt glas voor de ramen en paprikastengels, kurk en stro voor de wanden. Die laatstgenoemde materialen laten zien dat reststromen uit de land-, tuin- en bosbouw zeer geschikt blijken als bouwmateriaal. ‘Tegelijkertijd leveren ze een bijdrage aan het terugdringen van de CO2 uitstoot en stikstof tijdens de bouw’, aldus Xander de Bruine, programmamanager Floriade Expo 2022. Ook toont het nieuwe vormen van regenwateropvang, een optimaal gebruik van natuurlijk daglicht en natuurlijke ventilatie. The Natural Pavilion is een voorbeeld van geïntegreerd, natuur inclusief bouwen. De Bruine: ‘Het laat zien wat er nu al mogelijk is en op grote schaal kan worden toegepast in de woningbouw. Deze “groene” huizen en gebouwen maken wijken en uiteindelijk ook de stad groener’. Na afloop van Floriade blijft het paviljoen staan en krijgt het een herbestemming als kennisinstituut, onderdeel uitmakend van de Flevo Campus. De programmering zal worden gericht op het verbinden van onderwijs, onderzoek, ondernemers en overheid op het gebied van natuurinclusief bouwen.

Anders bruggen bouwen (Bruggencampus)

De komende jaren moeten er in Nederland zo’n 85.000 bruggen en viaducten worden vervangen of gerenoveerd. Een enorme financiële en organisatorische opgave. ‘Bedenk dat, als je deze allemaal gaat bouwen en renoveren met nieuwe materialen en grondstoffen, dit tot grote hoeveelheden afval leidt en hoge kosten. En niet in de laatste plaats dat het beslag legt op schaarser wordende grondstoffen’, legt Joost Bergers, projectleider Bruggencampus, uit. ‘We moeten dus grondstoffen gaan toepassen die duurzaam en circulair zijn en lang meegaan. Ook moeten we op een andere manier gaan werken en samenwerken. Dit vraagt veel van betrokken partijen.’ Bij Floriade liggen twee bruggen die tot stand zijn gekomen op initiatief van de Bruggencampus. Hierin werken opdrachtgevers, bouwbedrijven, adviseurs en kennisinstellingen samen aan de ontwikkeling en bouw van circulaire bruggen.

De twee circulaire bruggen bij Floriade zijn gemaakt van Almeerse grondstoffen. De Beverbrug en brug Rondje Weerwater zijn gemaakt met cementloos beton waarin gerecycled Almeers betonpuin is verwerkt. Hierdoor wordt 50% van de CO2-uitstoot verminderd. Daarnaast is gebruik gemaakt van tweedehands buispalen, hergebruikt betonijzer en hout voor de leuningen. Bergers benadrukt dat het niet om pilots gaat. ‘De bruggen gaan deel uitmaken van de nieuwe woonwijk en zijn als zodanig ‘echte’ bruggen die 100 jaar mee moeten kunnen gaan.’



















Onze Ambassadeurs