Jaarlijkse controle voor biologische boer: 'De één is zenuwachtiger dan de ander'

Geschreven door Redactie

"De één is wat zenuwachtiger dan de ander", zegt inspecteur Maaike Lowijs van Skal Biocontrole. De stichting houdt toezicht op de biologische productie in Nederland.

Het toezicht bestaat onder meer uit inspecties op boerderijen. Ze beoordelen of het bedrijf het certificaat voor biologische landbouw mag blijven voeren. Zo ook op de boerderij van Wouter Snippe uit Zeewolde.


"Ze kijken de hele administratie van een jaar na. Alles wat bij de teelt komt kijken, wordt vandaag gecontroleerd op ons bedrijf", vertelt Snippe. Hij teelt sinds 2001 aardappelen, uien, rode bieten, wortelen en verschillende andere groenten. Allemaal op biologische wijze. "We vinden het belangrijk dat er goed toezicht wordt gehouden op wat we hier doen als biologisch akkerbouwbedrijf."


Stichting Skal bestaat al langer dan dertig jaar en werd opgericht door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In 2018 voerde de Skal bijna 4000 inspecties uit bij boerderijen in Nederland. Elk jaar wordt een biologisch bedrijf door een inspecteur bezocht. Lowijs: "We communiceren duidelijk van te voren wat we willen zien. Dat wordt in een checklist meegestuurd. Mijn ervaring is dat als dat klaarligt, je een inspectie snel kan afronden."


In Flevoland hebben 385 bedrijven een certificaat van Skal. Ruim 200 van die bedrijven houden zich bezig met landbouw. Ze telen gewassen of het zijn veehouders. De andere ondernemers slaan het voedsel op, verhandelen het biologische product of maken er levensmiddelen van.

Pioniersgeest in de genen

Flevoland heeft verhoudingsgewijs de meeste biologische landbouwbedrijven van Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat ruim twaalf procent van alle agrarische bedrijven in Flevoland biologisch is, terwijl dat in de rest van Nederland blijft steken op zo'n drie procent.

Volgens Henk Klompe van de Vereniging van BD- en EKO-boeren Provincie Flevoland (Bdeko) heeft dat vooral te maken met de pioniersgeest van Flevolandse boeren. Zij kwamen van het oude land en begonnen in de polder opnieuw. Dat zit dus in de genen, veronderstelt Klompe. "Daarnaast is hier goede infrastructuur. Alle biologische boeren zijn verenigd. Ook zijn er speciale handelshuizen, corporaties en verwerkers, allemaal geënt op biologisch boeren."


Akkerbouw in de meerderheid

Het grootste deel van de biologische boeren in Flevoland is akkerbouwer. Zij telen groenten als uien, wortelen en erwten op een gebied ter grootte van 6000 voetbalvelden. De rest van de grond wordt gebruikt voor vee, aardappelen en bloemen.
Volgens Klompe is de keuze voor de akkerbouw logisch. De polder was bedoeld als bron van voedsel voor Nederland. Alleen langs de randen, waar naar verwachting kwelwater zou zorgen voor 'slechtere landbouwgrond', zijn veehouders neergestreken.

Onze Ambassadeurs