Doodlopend
Je leest of hoort er wel eens over; over mensen die levenloos worden aangetroffen. Vaak worden deze mensen gevonden door hardlopers die tijdens hun hardlooprondje op een dood persoon stuiten. Dit heb ik zo vernomen. Ik heb nooit de morbide gedachten gehad om zo een situatie mee te willen maken, maar toch overkwam het me. Bijna dan.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik de mensen, die hun hond uitlaten, naar het Lumièrestrandje in Filmwijk zie gluren. Ze zien iets, maar zijn niet zeker over wat ze zien. Ik denk nog; ik loop er straks sowieso langs, ik zie het dan wel. Wanneer ik na ongeveer anderhalve minuut links afsla, het strandje op, zie ik op het strandje een stapeltje kleding liggen. Wanneer ik dichterbij kwam blijkt het stapeltje kleren een persoon te zijn, met de capuchon over het hoofd getrokken.
Al roepend loop ik naar de persoon, maar krijg geen reactie. Wanneer ik er naast sta, zie ik dat het een man is, tussen de dertig en veertig jaar oud. Misschien is hij jonger, maar de donkere baard oogt hem ouder. Met verheven stem vraag ik hem of alles oké is, maar wederom geen reactie. Ik schop lichtjes tegen de schoen van de man. Geen reactie. Ik schop nogmaals. Een beetje harder nu, en de man beweegt een beetje. Hij leeft.
Met een duim omhoog laat ik de mensen op afstand weten dat de persoon oké is en besluit mijn laatste kilometers naar huis te hardlopen. Na een paar honderd meter voel ik me er toch niet lekker bij en besluit toch de politie te bellen. Ik kan niet wennen aan het idee dat het toch niet in orde is, en dat ik dan ben doorgelopen. Ik bel het algemeen telefoonnummer van de politie, doe mijn verhaal en binnen een minuut ben ik doorgeschakeld naar de meldkamer in Almere. Ik loop langzaamaan terug naar het strandje en onderweg ernaartoe heb ik mijn verhaal nogmaals verteld. Bij de slapende man aangekomen geef ik het signalement door en omschrijf de plek waar hij ligt.
De agent van de meldkamer meldt dat de politie al onderweg is. Op mijn vraag of ik moet blijven wachten antwoord hij dat dit niet nodig is. Ze hebben mijn gegevens. Ik geef aan de omstanders door dat de politie onderweg is. Een oudere hardloopster is naast me komen te staan en kwalificeert zichzelf als toezichter. Ik vind het prima. Ze vertelt me dat de man slaapt. Ik kijk haar verbaasd aan. Miss Marple woont tegenwoordig in Almere. Ik vertel haar dat ze niet hoeft te wachten, maar wanneer ze het wenst, ze dit zeker mag doen. De vrouw blijft en ik loop de laatste twee kilometer richting huis. In best nog wel een mooie tijd, ondanks de kleine pauze bij het strandje.