Milieuschade voorkomen met beter toezicht en handhaving
Ongezonde grafietregens en ernstige bodemverontreiniging: het zijn nare voorbeelden van milieuschade die niemand in zijn achtertuin wil hebben. De afgelopen jaren is veel gedaan om uitstoot van schadelijke stoffen in de bodem, water en lucht te verminderen.
Nog te vaak zijn er overtredingen die milieu- en gezondheidsschade kunnen geven. Staatssecretaris Van Veldhoven (Milieu) vindt dat dit afgelopen moet zijn. Het is zaak dat we milieu- en gezondheidsschade voorkomen, in plaats van achteraf herstellen. Een cruciaal onderdeel daarvan is het verbeteren van het systeem van milieutoezicht- en handhaving. Onder leiding van Jozias van Aartsen (voormalig minister, voorheen burgemeester van Den Haag) gaat een milieucommissie met deze opdracht aan de slag.
Van Veldhoven: “Ik vind dat we een schoon, veilig en gezond milieu achter moeten laten aan onze kinderen. Dat kunnen we alleen samen. Het vraagt iets van andere landen, (mede)overheden, bedrijven en van onszelf als individu. Wat we hier in Nederland al beter kunnen regelen, is het systeem van milieutoezicht- en handhaving versterken. Zodat we zoveel mogelijk uitstoot van schadelijke stoffen naar bodem, water en lucht voorkomen, in plaats van achteraf moeten herstellen.”
De commissie Van Aartsen heeft als voornaamste opdracht gekregen te adviseren hoe milieutoezicht en -handhaving versterkt kan worden. Van Veldhoven wil met name weten hoe de onafhankelijkheid en deskundigheid van toezichthouders, in het bijzonder omgevingsdiensten, kan worden versterkt. Ook wil de staatssecretaris weten hoe het stelsel van handhaving en toezicht eenvoudiger, effectiever en transparanter kan. De commissie Van Aartsen gaat het huidige systeem kritisch tegen het licht houden en is gevraagd begin 2021 de eerste resultaten te kunnen presenteren.
Het proces van milieutoezicht en -handhaving is complex, veel partijen zijn betrokken. Ook de materie is ingewikkeld. Het gaat om gevaarlijke stoffen en industriële processen waar de juiste specialistische kennis voor nodig is, die toezichthouders niet altijd in voldoende mate in huis hebben. Ook is nu niet altijd duidelijk in hoeverre alle vergunningen bij elkaar de milieukwaliteit voldoende beschermen. Van Veldhoven wil toe naar een goed landelijk overzicht van het totaal aan verleende vergunningen.