Autobezit in Flevoland afgelopen 15 jaar toegenomen met 12,2%
Tussen 2005 en 2020 is in Flevoland het autobezit per huishouden toegenomen met 12,2%. Het aantal auto’s per huishouden stijgt hiermee sneller dan de landelijke toename van 9,1%.
Op gemeentelijk niveau was de grootste stijging te zien op Urk: hier hadden huishoudens zelfs gemiddeld 20% meer auto’s. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Independer op basis van meest recente CBS-data.
Ondanks dat overal in Flevoland het aantal auto’s per huishouden toenam, zijn er grote verschillen per gemeente. Zo was de afgelopen 15 jaar de grootste toename in het autobezit te zien op Urk. Hier nam het aantal auto’s per huishouden toe van 0,89 naar 1,07 (+20%). Ook in de gemeenten Noordoostpolder (+19,7%) en Dronten (+19,2%) nam het aantal auto’s op de oprit sterk toe.
In Zeewolde nam het aantal auto’s per huishouden relatief het minst toe. Hier heeft men gemiddeld 4,7% meer auto’s in bezit dan 15 jaar geleden.
In Flevoland hebben huishoudens gemiddeld 1,01 auto’s op de oprit staan. Dit zijn er 6,2% meer dan het landelijke gemiddelde van 0,96 auto’s per huishouden. In Noordoostpolder heeft men - gemiddeld gezien - de meeste auto’s. Per huishouden staan hier gemiddeld 1,20 auto’s op de stoep: een kwart meer dan het landelijk gemiddelde. Ook in Dronten (+23,6%) en Zeewolde (+19,4%) heeft men over het algemeen meer auto’s dan gemiddeld.
De hoge aantallen in deze gemeenten zijn deels te verklaren door de relatief grote afstand die de inwoners afleggen voor basisbehoeften. Zo moet men hier gemiddeld dubbel zo ver rijden naar een grote supermarkt dan in Almere, waar het autobezit dan ook veel lager ligt (0,94 auto’s per huishouden).