'Schietpartij in Parkwijk ging om zak wiet'
Een schietpartij in de Parkwijk in Almere op 10 juli 2018 had te maken met een zak wiet. Dat vertelde de man die werd neergeschoten tijdens een extra zitting woensdag in het hoger beroep.
De zaak is 6 mei al aan de orde geweest bij het gerechtshof in Leeuwarden. Het Openbaar Ministerie (OM) maakte toen de eis bekend: zes jaar cel en tbs met dwangverpleging. Die straf kreeg de vermeende schutter uit Almere in 2020 ook bij de rechtbank. De 21-jarige man hield in mei bij het hof andermaal zijn kaken op elkaar over het schietincident, waarbij drie kogels werden afgevuurd.
Om meer duidelijkheid te krijgen over het motief besloten de rechters om het slachtoffer zelf te gaan bevragen tijdens een extra zitting. Het vermoeden bestond dat de schietpartij drugsgerelateerd was. Het 22-jarige Almeerse slachtoffer had zich daar nog niet over uitgelaten, maar vertelde woensdag dat de verdachte een zak wiet bij hem had weggegrist.
Dat verhaal had woensdag nogal wat voeten in de aarde. Het slachtoffer was als getuige opgeroepen door het hof. Hij wilde zich in Leeuwarden beroepen op het zwijgrecht, maar een getuige kan dat niet omdat hij onder ede staat. Wel kon hij zich beroepen op het verschoningsrecht, zo vertelde een van de rechters hem. Dat deed de Almeerder dan ook bij de vraag waarom hij op 10 juli 2018 een afspraak had met de verdachte.
Pas toen de advocaat-generaal de toezegging had gedaan dat hij niet bang hoefde te zijn om vervolgd te worden voor drugszaken, begon het slachtoffer te praten. De man wees de verdachte aan als de schutter. Hij is daar "honderd procent" zeker van "omdat ik hem in zijn ogen aankeek voor hij schoot." De twee kenden elkaar en gingen om met dezelfde vrienden.
Tijdens de schietpartij is drie keer geschoten volgens getuigen. De tweede kogel was raak. Hij zit nog in het bovenbeen van het slachtoffer. De kogel verbrijzelde het bot. De man heeft een stalen pin in zijn been, die er permanent in moet blijven.
De schietpartij veroorzaakte veel ophef. Het gebeurde op klaarlichte dag in de buurt van basisschool De hasselbraam. Het OM eiste in 2020 in de rechtbank tien jaar cel en tbs met dwangverpleging voor een poging tot moord. De rechters zagen te weinig bewijs voor een poging tot moord, wel voor een poging tot doodslag.
Bij de verdachte is een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Die moet volgens het OM behandeld worden.
Het hof doet op 28 juli uitspraak.