Het hoger beroep van een 54-jarige vrouw uit Almere, die verdacht wordt van het in brand willen steken van haar partner, wordt 26 juli behandeld.

Daarvoor moet haar echtgenoot nog wel een keer worden gehoord door de politie. Dit besliste het gerechtshof in Leeuwarden maandag.

De vrouw, die door de rechtbank in Lelystad werd veroordeeld tot acht jaar cel, twijfelt aan de betrouwbaarheid van recente verklaringen van haar echtgenoot. Zo heeft hij onder meer gezegd dat zij korte tijd voor de brand sommen geld naar een andere rekening heeft overgeboekt.

"Dat kan ik mij niet herinneren", zei de vrouw maandag tijdens een niet-inhoudelijke zitting. "Het kan zijn dat ik het gedaan heb, maar ik weet het niet meer." Haar advocaat vroeg het hof om de man op dit punt nog eens te bevragen. De rechter stemde hiermee in. Daarbij wil het hof van de man meer weten over zijn eigen gebruik van de telefoon en de bank-app waarmee de transacties zouden zijn gedaan.

Jerrycan

De vrouw stak in de nacht van 3 december 2017 de slaapkamer van haar woning in Almere in brand. Haar man kon geen ramen openen omdat die op slot zaten. Daarnaast ontbrak de deurklink. Hij wist via het balkon te ontkomen. Na de ontsnapping gooide de vrouw een jerrycan benzine over hem heen en hield er een gasbrander bij. De man trok snel zijn kleding uit en liep brandwonden op. De vrouw was erachter gekomen dat hij een affaire had.

De vrouw kan zich het leeggieten van de jerrycan over haar man niet meer herinneren. Volgens het Openbaar Ministerie had ze alles nauwkeurig voorbereid. De vrouw is verminderd toerekeningsvatbaar, blijkt uit rapporten van deskundigen. Het verzoek van haar advocaat om een reconstructie werd in oktober door het hof afgewezen.