'We hadden niet zoveel keus.' Dat zegt de provincie Flevoland over het besluit om toe te staan dat Amsterdams bedrijfsafval op de stortplaats in Lelystad komt te liggen. 'In het geval van een calamiteit is dit de procedure,' zo is de boodschap.

Die calamiteit ontstond door de crisis bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam. Vier van de zes verbrandingsovens van AEB liggen stil omdat de veiligheid niet meer gegarandeerd kan worden. De overgebleven capaciteit is te weinig om het afval uit Amsterdam en omgeving te verbranden. Ook andere ovens in Nederland zitten vol, net zoals de plekken waar vuilnis tijdelijk kan worden opgeslagen.

Uitzondering

Om te voorkomen dat afval niet meer ingezameld kan worden en op straat blijft slingeren, wordt een deel van het afval nu gestort in plaats van verbrand. Normaal gesproken mag dat niet, maar als verbranden niet lukt wordt een uitzondering gemaakt.

Toen het verzoek bij de provincie Flevoland binnenkwam is dan ook alleen gekeken of er sprake is van een calamiteit en of er daadwerkelijk geen verbrandingscapaciteit meer is. "Als dat zo is dan heb je niet zoveel keus en moet je meewerken aan storten," zegt gedeputeerde Jop Fackeldey.

Niet blij mee

Storten en afdekken is slechter voor het milieu dan verbranden. Echt blij met het feit dat het Amsterdamse afval definitief in Lelystad komt te liggen is hij dan ook niet. "Wat je wilt is dat je het kunt verbranden, dat moet zo snel mogelijk gebeuren maar dan moet er wel capaciteit zijn." Tegelijkertijd merkt Fackeldey op dat er genoeg voorzorgsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat er stank of andere overlast ontstaat. "Het gebeurt allemaal keurig binnen de vergunning. Dus er is ook niet zoveel aan de hand."