Het wrak van een neergestorte Britse bommenwerper in het Markermeer, is helemaal aan stukken geslagen en echt niet meer in elkaar te zetten.

Dat zegt Bart Aalberts, majoor van de Koninklijke Luchtmacht. "Er leeft bij een hoop mensen het beeld dat daar nog een complete romp onder water is, maar dat is niet zo", legt hij uit. "Er is door de Aircraft Recovery Group in het verleden al het nodige naar boven gehaald. De grootste dingen zijn echt niet groter dan een centimeter of zestig." 

Het toestel, een Short Stirling, wordt eind augustus geborgen en ligt in het Markermeer, enkele kilometers buiten de kust van Almere. Het vliegtuig heeft in de Tweede Wereldoorlog bombardementen uitgevoerd in Duitsland. Het gaat hoogstwaarschijnlijk om de BK716, een bommenwerper waarin zeven bemanningsleden zaten. Volgens Aalberts is het vliegtuig op de terugvlucht uit Berlijn neergestort in het Markermeer. 

De berging zou eigenlijk 30 maart beginnen, maar is uitgesteld omdat mogelijk nog munitie bij het wrak ligt. Bij de berging worden veiligheidsmaatregelen genomen en wordt de toestand van mogelijke bommen van te voren geïnspecteerd. "Bevatten de bommen nog fosfor dan zorgen we er voor dat ze niet met lucht in aanraking komen", vertelt Aalberts. "Anders ontstaat er brand." 

De Britse bommenwerper is eind 2008 ontdekt. Mogelijk bevinden zich tussen de wrakstukken nog stoffelijke resten van de bemanningsleden. Ter nagedachtenis aan de bemanningsleden wil de gemeente Almere een kunstwerk laten maken. Een jury heeft bepaald dat Laura O'Neill het kunstwerk gaat maken.