Horeca zet lampen aan en vraagt om 'licht in de duisternis'
Bij een aantal horecazaken in Flevoland ging maandagavond het licht aan. Met de actie wilden cafés en restaurants laten zien dat ze nog bestaan en vroegen ze aandacht voor hun situatie. Vanwege de coronamaatregelen zijn veel horecazaken sinds 14 oktober opnieuw gesloten.
"Wij willen die lichten weer aan. We willen weer mensen in onze restaurants ontvangen", vertelt Guido Botter van restaurant De Brass aan de Lelystadse kust. De actie is bedacht door Amsterdamse horeca-eigenaren, maar ook in andere steden deden ondernemers mee.
"We zitten natuurlijk allemaal voor de buis te wachten op de persconferentie. Maar eigenlijk weten we het al, december gaat het niet meer worden", zo schetst Botter. Zijn restaurant is op dit moment geopend voor bezorging en het afhalen van gerechten, waardoor er toch nog iets van omzet wordt gedraaid.
Kroegen en cafés hebben het een stuk zwaarder. "Daar mag niemand meer komen. De taps staan leeg, het is vooral voor de 'natte horeca' een drama." Zelf denkt de restauranteigenaar het hoofd boven water te kunnen houden, maar hij vreest voor het lot van anderen.
De 'licht in de duisternis'-actie van de horeca vond plaats op de dag dat ook in Den Haag gedemonstreerd werd door de sector. Door de lichten vanaf 19 uur aan te doen, werd op symbolische wijze gevraagd om licht aan het einde van de tunnel. "Wij als horeca mogen gewoon niks. En we willen nu wel eens weten wanneer we open mogen gaan", aldus Botter.
"Begrip voor de maatregelen kunnen we wel opbrengen, maar de onduidelijkheid voor ons is niet te doen." De Lelystadse restauranteigenaar hoopt dat het kabinet morgen een datum noemt waarop de deuren weer open mogen. Zelfs al laat dat moment nog even op zich wachten. "Dat weten we in ieder geval waar we aan toe zijn."